Op 12 augustus 2022 is Erik Louw ons helaas ontvallen. Erik was een van de aikido pioniers van Nederland en heeft een enorme invloed gehad op het aikido landschap in Nederland. Veel Nederlandse aikidoka, waaronder ook veel van de gevorderden van Aikidojo Poort, hebben onder Erik getraind. Erik was een van de eersten in Nederland die les gaf aan kinderen. Het lesgeven aan kinderen is voor hem altijd een passie gebleven. We zullen voor altijd dankbaar zijn voor het plezier, de inspiratie en de mooie momenten die Erik ons gegeven heeft en zullen elk jaar in maart, rond zijn geboortedag, stilstaan bij zijn leven.
Herdenking Erik Louw 2023
In 2023 zal de herdenking plaatsvinden op zaterdag 18 maart bij Aikidojo Poort.
De lessen zullen verzorgd worden door (oud) leerlingen, en vrienden van Erik. In 2023 zijn dit: Dick Willems, van Aikidojo Amsterdam, Johanneke Duchatteau-Bloem van Aikinokawa (Haarlem), Toni Belev van Aikidojo Amstelveen, en Trudeke Sterringa-Goverts van Kaishinkan (Rotterdam).
Er zal een simpele lunch verzorgd worden voor alle aanwezigen. De dojo is gelegen aan een plein met onder andere een supermarkt en snackbar. Ook is er een zaterdag markt waar je zelf iets kunt halen bij etenskraampjes.
Voor de herdenking vragen we een bijdrage van 10 euro per persoon. De opbrengst zal gaan naar Kika (Stichting Kinderen Kankervrij), een goed doel wat Erik altijd een warm hard toegedragen heeft.
Jo, 杖, is het Japanse woord voor staf. Binnen aikido wordt hier een stok van ongeveer 130 cm lengte mee bedoeld. Een jo heeft normaal gesproken een diameter van ongeveer twee tot drie centimeter. Deze stevige wapenstokken werden in de tijd van de samurai veel gebruikt door mensen die zich geen zwaard konden permitteren, of die geen zwaard mochten dragen.
Hoewel een stok natuurlijk een aantal zwakke punten kent ten opzichte van een zwaard, is een geoefend stokvechter niet direct kansloos in een duel. Doordat de stok langer is dan het zwaard heeft de stokvechter meer bereik. Daarnaast beschermt het gemiddelde harnas tegen steken en snijden, waardoor een zwaard minder effectief wordt. Een stok haalt de kracht uit impact, terwijl een harnas een stuk minder bescherming biedt daartegen. In het westen zie je daarom ook de ontwikkeling van wapens als de morgenster en krijgshamer. Wel is het belangrijk je te realiseren dat het in die tijd vooral de zwaardvechters waren die geoefend hadden, en dat de stokvechters het daarom nog steeds vaak af moesten leggen.
De jo is in wezen de Japanse variant van wat men in het Engels een quarterstaff noemt. Uit een boomstam haalde men vier quarterstaffs. Dat heeft niets te maken met de lengte, maar alles met de dikte. Men zaagde de stam over de lengte in vier kwarten, die daarna geschuurd werden tot een ronde staf. Dit is dan ook waar de naam quarterstaff, “kwart-staf” vandaan komt.
Kwaliteit hout
Een jo
Jo zijn verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten hout. Omdat er veel slagen mee uitgevoerd worden waarbij de jo elkaar raken, en deze ook regelmatig door de handen glijdt is het, net als bij een bokken, belangrijk een harde houtsoort te kiezen die niet splintert. Japans eiken is hiervoor ideaal. Er is zowel rood als wit eiken verkrijgbaar op de markt. De (mogelijk subjectieve) ervaring van Aikidojo Poort is dat rood eiken meer te lijden heeft onder vocht (en dus eerder krom trekt) dan wit eiken. Daarom hebben wij in de dojo alleen wit eiken.
Trainen met een Jo
Binnen aikido wordt op veel verschillende manieren geoefend met de jo:
Suburi – losse slagen die men individueel maakt in de lucht. Er zijn 20 standaard jo-suburi.
Jo-Kata – een serie bewegingen die achtereenvolgend gemaakt worden volgens een vast patroon. Kan alleen of in tweetallen. Er zijn verschillende series, onder andere de 13- en 31- kata.
Kumi-Jo – kata voor twee personen, waar beiden een stok vast hebben.
Jo-nage – “werpen met de staf”, tori heeft een jo vast met twee handen, uke pakt deze vast met een hand en tori voert een aikido techniek uit met behulp van de stok.
Jo-dori – “afnemen van een staf”, uke valt aan (meestal met een horizontale stoot), en tori voert een aikido techniek uit waarbij tori de controle over de jo overneemt
Trainen met de jo is heel goed voor je kamae (houding), ma-ai (afstand) en het bewust worden van de center-lijn, de kortste weg tussen jou en je tegenstander. Ook leert het je bewust worden van welke richting op je kracht zet, een vereiste voor werken zonder spierkracht.
Een aantal van de oefeningen met wapens zijn opgenomen in het curriculum voor de dan-examens. Er wordt, mede daarom, van je verwacht dat je tegen de tijd dat je examen doet je eigen wapenset hebt. Al kun je die ook in dat geval nog wel van iemand lenen.
Ken is het Japanse woord voor zwaard. Een katana is een ken, maar ook de zwaarden die wij hier in het Westen gebruikten zijn ken. Bij aikido trainen we altijd met houten zwaarden, zogeheten bokken. Bokken wordt geschreven met twee karakters: 木剣. Het eerste karakter 木 betekent boom of hout. Meestal wordt dit karakter uitgesproken als ki, zoals in kihon. In sommige samenstellingen wordt echter de uitspraak boku gebruikt. Door een rare streek van de Japanse taal wordt in sommige gevallen de lettergreep ku (en tsu) een beetje ingeslikt, waardoor de uitspraak verandert. Voor Nederlanders klinkt het dan alsof er twee medeklinkers staan. Het tweede karakter, 剣, betekent letterlijk zwaard. Het is dezelfde ken als in kendo, Japans schermen, wat dus letterlijk “de weg van het zwaard” betekent.
Typen Bokken
Een Bokken
Bokken komen voor in vele vormen, maten en stijlen. Deze komen voort uit de vele verschillende zwaardstijlen die er beoefend worden. Afhankelijk van de situatie waar men op traint (met of zonder harnas) en welke bewegingen (steken of snijden) de nadruk krijgen in de zwaardstijl worden houten oefenzwaarden ontworpen met eigen eigenschappen (rechter, krommer, langer, korter, dikker, dunner, etc.). Voor aikido zijn er geen vaste regels welke stijl bokken je moet hebben, dit hangt sterk af van je persoonlijke voorkeur, en/of die van de leraar.
Bij Aikidojo Poort gebruiken we meestal bokken van de stijlen Katori Shinto Ryu of Yagyu Shinkage Ryu. Als je zelf een andere stijl prettig vindt staat dat je natuurlijk volledig vrij. Wat wel altijd belangrijk is, is het houtsoort waar het zwaard van gemaakt is. Net als bij een jo is het belangrijk dat het een harde houtsoort is die niet splintert. Ook hier heeft Japans eiken de voorkeur.
Trainen met een Bokken
Oefenen met Bokken
Met een bokken worden er verschillende vormen geoefend:
Suburi – losse slagen die men individueel maakt in de lucht.
Batto-jutsu – Het snel en vloeiend trekken van het zwaard, in combinatie met een of meerdere slagen.
Kumi-tachi – zwaard-kata waar beide trainingspartners een zwaard vast hebben die reeds getrokken is, of rustig getrokken wordt.
Tachi-dori – “afnemen van een zwaard”, uke valt aan (meestal met een verticale slag), en tori voert een aikido techniek uit waarbij tori de controle over het zwaard overneemt.
Trainen met de bokken is heel goed voor je kamae (houding), ma-ai (afstand), sen (timing) en het bewust worden van de center-lijn, de kortste weg tussen jou en je tegenstander.
Een aantal van de oefeningen met wapens zijn opgenomen in het curriculum voor de dan-examens. Er wordt, mede daarom, van je verwacht dat je tegen de tijd dat je examen doet je eigen wapenset hebt. Al kun je die ook in dat geval nog wel van iemand lenen.
Een tanto is een Japans mes. Het is het kleinste wapen wat we bij aikido gebruiken. Het is vormgegeven als een kleine bokken, en heeft dus ook 1 “botte” kant (net als een keukenmes). Tanto worden alleen gebruikt als oefenwapens om tegen te verdedigen. Met een tanto kunnen verschillende aanvallen uitgevoerd worden: een steek (tsuki) of een slag (uchi), zowel verticaal als diagonaal.
Een tanto: een houten mes
De juiste manier voor uke (aanvaller) om een tanto vast te pakken hangt af van de aanval, en zelfs dan is niet iedereen het er over eens. Net zoals bij veel dingen geldt hier: let goed op en pas je aan aan wat de leraar op dat moment doet, ook als dat anders is dan je gewend bent.
Voor de meeste wapens is het advies om deze te kopen van Japans eiken, een harde houtsoort die niet splintert. Omdat een tanto nooit tegen andere tanto aanbotst is er ook geen splintergevaar. Om esthetische redenen kiezen veel aikidoka nog steeds voor een tanto van Japans eiken, maar elke houtsoort is in principe prima.
Bij Aikidojo Poort hebben we een aantal tanto in de dojo, zodat er altijd voldoende messen zijn. Er is dus geen noodzaak om er een te kopen. Toch is het slechts een kleine investering, en een tanto past makkelijk in je sporttas, dus het kost weinig moeite om hem altijd bij je te hebben. Zorg ervoor dat je tanto herkenbaar is, bij voorkeur door je naam achterop te schrijven. Het meest gebruikelijk is om dit in het Japans te doen. Laat het in dat geval over aan je leraar, want er worden veel fouten gemaakt.
Trainen met een tanto
Met een tanto wordt eigenlijk maar in een vorm geoefend:
Tanto-dori – Het afpakken van een tanto. Uke valt aan, en tori voert een aikido techniek uit waarbij tori de controle over het houten mes overneemt.
Japan kent een lange martiale geschiedenis, met als meest sprekende voorbeeld de samurai, de Japanse ridders, en hun bekendste wapen, de katana. Door de zelf-opgelegde isolatie waar Japan lange tijd in verkeerde, zijn de samurai betrekkelijk recent nog een onderdeel geweest van de Japanse maatschappij. Hierdoor zijn de sporen van de samurai duidelijker zichtbaar in Japan dan die van ridders in Europa.
Naast de katana (zwaard) gebruikten de samurai ook andere wapens, zoals yari (speer), naginata (hellebaard), en yumi (boog). In de maatschappij waren ook andere wapens gemeengoed, zoals de jo en bo (stokken van verschillende lengtes).
Veel van de moderne krijgskunsten vinden hun wortels in de eeuwenoude Japanse krijgsscholen, en het is dus niet verwonderlijk dat er ook gewapende technieken in de curricula zitten. Aikido stamt net als Judo af van Ju-Jutsu, “de zachte kunst”. In beginsel is Ju-Jutsu hetgeen samurai leerden om zichzelf te verdedigen wanneer zij ongewapend waren.
Omdat Judo zich ontwikkeld heeft tot olympische wedstrijdsport, zijn alle gewapende technieken uit het curriculum geschrapt. Bij aikido worden deze technieken juist nog wel onderwezen. Het hangt echter sterk af van de school hoeveel nadruk er ligt op de oefeningen met wapens.
Wapens binnen aikido
Er zijn 3 wapens die bij aikido gebruikt worden. Klik op de links om meer over deze wapens te lezen:
Dan rijst de vraag “Waarom? Op straat komt er toch niemand met een zwaard achter me aan?” Waarschijnlijk niet, en een van de verklaringen is dat het traditie is, het staat nu eenmaal in het curriculum, dus oefenen zullen we het.
Echter, voor wie dat niet een geheel bevredigend antwoord is, is er een tweede, zwaarwegender argument. Er is veel te leren van het werken met een wapen. Het is bijvoorbeeld een ontzettend goede oefening in ma-ai (afstand), sen (timing), kamae (houding) en leert je nog duidelijker om geen spierkracht te gebruiken tijdens het bewegen.
Moet ik wapens kopen?
Je hoeft helemaal niets. Bij Aikidojo Poort hebben we een aantal jo, bokken en tanto in de dojo voor leden die ze zelf niet hebben. Daarentegen is een tanto een kleine investering en past deze gemakkelijk in je gewone sporttas. Veel mensen schaffen deze dus al vrij snel aan.
Wanneer je verder komt en het trainen met wapens ook een exameneis wordt (rond 1e kyu / shodan), of je veel naar stages gaat, is het gebruikelijk om ook een jo en bokken aan te schaffen. Dit heeft ook als voordeel dat je thuis kunt oefenen. Bijvoorbeeld in de tuin wanneer de zon schijnt. Op basis van persoonlijke ervaring raden we het binnenshuis oefenen af.
Het staat je vrij om zelf een jo en bokken aan te schaffen, maar je kunt ook advies vragen bij de leraar. Vaak kan deze ook nog wat korting regelen.
De kamiza is de plek in de dojowaar de foto van O’Sensei, en eventueel een kalligrafie, hangt. Andere dingen die vaak geëtaleerd staan als onderdeel van de kamiza zijn een wapenset en/of een vaas bloemen.
In beginsel heeft een kamiza echter niet meteen iets van doen met kalligrafie of bloemen. Het woord kamiza bestaat uit twee karakters: 上, kami, wat hoog of boven betekent, en 座, za, wat zetel of zitten betekent. Letterlijk betekent kamiza dus “hoge zetel”. Iets vrijer vertaald zou je kunnen zeggen “erezetel”. Net zoals op veel andere vlakken heeft deze hiërarchische verhouding een plekje in het bewustzijn van elke Japanner.
Wanneer een groep Japanners een ruimte betreed gaan ze volgens een vast patroon zitten. De “beste”, meest eervolle, plaats is het verst bij de deur vandaan. De deur brengt immers kou, en vroeger ook gevaar. De minst eervolle plaats is direct bij de deur, in de kou. Dit is ook de eerste persoon die moet proberen binnenkomend gevaar te stoppen.
In een sociaal gezelschap is deze erezetel gereserveerd voor de eregast, of de hoogste in rang. Voor wie dit vreemd klinkt: denk aan de stoel aan het hoofd van de tafel, met het verschil dat dit soort dingen in Japan net nog wat meer leven.
In traditioneel ingerichte ruimtes is er tegenover de ingang een soort inham in de muur, de tokonoma, waar kunst geëtaleerd wordt, meestal een kalligrafie. Dit is echter ook de plek waar de kamiza zich bevindt. Langzaamaan zijn deze twee concepten dus met elkaar verbonden geraakt. Binnen aikido staat O’Sensei uiteraard in het hoogste aanzien, en het is dus niet vreemd dat ook zijn portret wordt opgehangen bij de kamiza.
Typische Dojo Indeling
De kamiza kan nooit op dezelfde muur als de deur zitten. Als een architect het gebouw ontwerpt zal deze er juist meestal voor kiezen om te zorgen dat de muur tegenover de deur geschikt is voor een kamiza. Ook links van de deur (zoals bij Aikidojo Poort) is een populaire optie. Dit betekent dat de meest gevorderde leerlingen het verste bij de deur vandaan zitten. Minder gebruikelijk is dat de kamiza op de rechter muur zit, wat je onder andere in Hombu Dojo ziet. Een mogelijke beweegreden hiervoor kan zijn geweest dat men juist wilde voorkomen dat mensen op hierarchische volgorde gaan zitten. Met het steeds wisselende publiek in de Hombu Dojo zou dat zelfs in Japan voor chaos kunnen zorgen.
Met de kamiza zijn een aantal etiquette gemoeid. Zo is het onbeleefd om vlak voor de kamiza langs te lopen, of om met je rug naar de kamiza te wachten. Waar mogelijk is het beter om je aan een van de andere randen te positioneren. Is de mat zo groot dat dit niet lukt, draai je dan onder een hoek van 45 graden naar de kamiza toe. Verder is het netjes om bij het betreden en verlaten van de mat te groeten naar de kamiza.
Veel van de etiquette regels hebben een duidelijk relatie met veiligheid. Soms is dit verband niet zo duidelijk, en soms is het verband er niet. Toch is het belangrijk om de hoogte te zijn van deze basis regels en je best te doen ze na te leven. Zo kom je goed voor de dag, zowel in je eigen dojo maar vooral ook wanneer je ergens op bezoek gaat.
Shodo is de kunst van kalligrafie. Do is dezelfde Do als in bijvoorbeeld Aikido, en betekent “de weg van” of “de weg naar”. Sho betekent “schrijven”. Letterlijk betekent Shodo dus “de weg van het schrijven”. Je zou het ook vrij kunnen vertalen als “de weg van de pen”, en met het eeuwenoud gezegde “de pen machtiger is dan het zwaard” in je achterhoofd is dat niet eens een gek idee.
Klassieke Japanse Kunst
Kanji in blokschrift
Shodo is geen budo, maar net als Chado (thee ceremonie) en Kado (bloemschik kunst) bevat de naam de uitgang Do en behoort het tot de klassieke Japanse kunsten. Net als bij Budo heeft Shodo een graderingssysteem met verschillende Dan-graden. Voor de westerling die Dan-graden, en de bijbehorende zwarte banden, associeert met krijgskunst klinkt dit misschien vreemd, maar het Dan-graden systeem is redelijk gemeengoed in Japan. In tegenstelling tot Chado en Kado wordt Shodo ook onderwezen op school. Vaak is het een keuzevak en zijn andere opties muziek of schilderen. Bij Shodo leer je je eigen inkt maken door een blok te schuren en water toe te voegen. Ook leer je de karakteristieke schrijfmethode van Shodo: alleen de kwast maakt contact met het papier, je arm zweeft boven tafel en maakt nergens contact.
Stijlverschillen
Er zijn veel verschillende Shodo scholen met allen subtiel andere stijlen. In grote lijnen zijn er een aantal universele klassen schrift (denk aan italic versus normaal schrift), de verschillende scholen voegen hier dus hun eigen inzichten aan toe:
Tensho (zegelschrift): een van de oudste vormen, wordt vooral nog gebruikt voor stempels (de rode inkt aan de zijkant van een kalligrafie). Kenmerkt zich door lange, dunne en ronde lijnen. Karakters zijn niet altijd even goed te herkennen.
Reisho (klerkschrift): oude vorm, vervanger van het zegelschrift. Kenmerkt zich door lange, dunne en rechte, lijnen. Karakters zijn herkenbaar.Kaisho (blokschrift): standaard vorm, zelfde stijl als je op de computer gebruikt. Japans equivalent van blokletters. Karakters zijn heel duidelijk herkenbaar.
Gyousho (semi-cursief): veelgebruikte vorm, Japans equivalent van schoolschrift. Zelfde structuur als het blokschrift, maar vloeiender. Karakters zijn herkenbaar.
Sousho (cursief): artistieke, vrije, vorm, karakters zijn niet altijd even goed te herkennen.
Shodo en Budo
De Kamiza van Aikidojo Poort, in semi-cursief
Shodo heeft een lange gedeelde geschiedenis met Budo. Vroeger waren de Samurai bij uitstek degenen die konden schrijven en zich bezighielden met de administratie in het feodale systeem. Tegenwoordig beperken de verhoudingen zich tot een gedeeld graderingssysteem en de aanwezigheid van een kalligrafie in bijna elke Dojo. De kalligrafie hangt bij de kamiza. De prachtige kalligrafie van Aikidojo Poort is gemaakt door een Shodo beoefenaar, Noda Michiyo, de moeder van een oud-klasgenoot van de hoofdleraar, Maarten.
Japan staat bekend om haar thee ceremonie. Naast de historie van de samurai en de high-tech wereld van de metropolen, is de Japanse thee ceremonie misschien wel een van de meest tot de verbeelding sprekende onderdelen van de Japanse cultuur. De thee ceremonie is zo belangrijk dat het een eigen naam heeft, chado – de weg van de thee.
Bij chado leert men matcha aan te maken. Scroll naar beneden voor de specifieke instructies voor het aanmaken van thee. Er bestaat ook zoiets als senchado, waar men leert thee aan te maken met blaadjes.
Klassieke Japanse kunst
Chado behoort, net als shodo (kalligrafie kunst) en kado (bloemschikkunst) tot de traditionele Japanse kunsten. Er zijn veel parallellen te trekken binnen deze kunsten en ook bijvoorbeeld naar krijgskunst. Chado, shodo en kado bevatten net als budo de uitgang do – de weg van, en daar houden de overeenkomsten niet op. Het zijn allemaal levenslange studies en er wordt gebruik gemaakt van het dan-graden systeem.
De vier belangrijkste principes van chado zijn: harmonie, respect, puurheid en rust. Vier principes die ook een zeer belangrijke rol spelen binnen aikido.
Etiquette
Typisch aan de Japanse kunsten is dat er veel nadruk ligt op het strikt naleven van tradities en etiquette. Op het eerste oog zijn deze regels omslachtig, maar als je goed kijkt is er vaak een gegronde reden om iets niet op de meest voor de hand liggende manier te doen.
De regels van chado hebben betrekking op alle facetten van de thee ceremonie:
De ruimte – ingericht met Japanse rieten matten, tatami, volgens een vast patroon
Kalligrafie – bijpassend bij het seizoen en de gelegenheid
Kleding – in kimono, voor mannen eventueel met hakama
Gerei – soms eeuwenoud en onbetaalbaar
Handelingen
Er zijn speciale chado scholen. Veel mensen leren chado echter op school of de universiteit in een theeclub. Het leerproces gaat heel ouderwets. Nieuwe leerlingen beginnen met het observeren van ervarener leerlingen. De eerste acties die ze leren uitvoeren zijn simpele dingen als deuren open en dicht doen.
Net als tijdens de aikidoles zijn veel leraren tegen het maken van aantekeningen. Naderhand aantekeningen maken is natuurlijk geen bezwaar. Echter, tijdens de les of training is het goed om gefocust te observeren en eventueel na te doen.
Matcha aanmaken
Er zijn verschillende voorschriften en gebruiken gemoeid met het aanmaken van matcha. Hier volgt de basis bereiding zoals je dat thuis ook kunt doen.
Zeef de matcha indien deze klontjes bevat. Men gebruikt hier meestal een metalen zeef en een houten lepel of steentje voor.
Doe ongeveer 2 gram matcha in de chawan (thee kopje), traditioneel met een chashaku – bamboe lepeltje (1 schepje = 1 gram)
Voeg heet water toe, ongeveer 75 ml. Iedereen heeft een andere mening over de temperatuur, en dit verschilt soms per thee, maar zeker niet heter dan 90 graden, sommige mensen prefereren zelfs 70 graden.
Mix het voorzichtig maar grondig. Traditioneel met een bamboe mixer. Er mag geen onopgelost poeder achterblijven.
Een van de bekendste en grootste export producten in Japan is thee. Veel mensen denken hierbij aan groene thee, of soms iets specifieker, matcha. Maar er zijn veel verschillende soorten Japanse thee. In dit artikel kun je meer lezen over al deze verschillende soorten thee.
Thee plant
Je zou denken dat er verschillende thee planten zijn, met verschillende kleurtjes bladeren die verschillende thee soorten leveren. Dit is echter niet hoe het werkt. Bijna alle thee soorten komen van dezelfde soort: de theeplant. Hoewel deze plant haar oorsprong vindt in Zuid-Oost Azië, wordt deze tegenwoordig over heel de wereld verbouwd.
Hoewel er maar een thee plant is, en het type thee wordt bepaald door de bewerkingsmethode, zijn er natuurlijk wel verschillen binnen een thee type. Dit kan afhangen van subtiele verschillen in de versie van de plant die verbouwd wordt, de grond of het klimaat. Een van de oudste, en nog steeds een van de beste, regio’s voor de productie van Japanse thee is Uji, een regio net ten zuiden van Kyoto.
Zwarte thee
Zwarte thee blaadjes
Van oudsher is zwarte thee de bekendste en meest populaire vorm van thee in de westerse wereld. Het werd vanuit India door de Britten naar Engeland gebracht. De populariteit van deze specifieke thee soort had er waarschijnlijk iets mee te maken dat deze lang houdbaar is. Dit was een belangrijk voordeel in de tijd dat de goederen enkele maanden op zee vervoerd moesten worden.
Na het oogsten worden de blaadjes geoxideerd (een proces wat ten onrechte ook fermenteren wordt genoemd) en daarna gedroogd. De oxidatie zorgt voor de sterke smaak die zwarte thee van zichzelf heeft. Wij noemen de thee zwart in verband met de kleur van de blaadjes. Daarnaast zijn er verschillende gebieden waar thee vandaan kan komen, welke hun naam dan lenen aan de thee. Bekend zijn onder andere Darjeeling in India en Ceylon thee uit Sri Lanka (Ceylon is de ouderwetse naam voor Sri Lanka).
In veel Aziatische landen staat deze thee bekend als “rode thee” in verband met de kleur van de vloeistof. Dit is ook in Japan het geval, waar de thee kocha heet. Met rode thee wordt in het westen vaak rooibos bedoeld, daarover later meer. Hoewel kocha ontzettend populair is als drank wordt zwarte thee nauwelijks geproduceerd in Japan. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat je goede zwarte thee kunt maken van matige theeblaadjes. De Japanse thee bladeren zijn wat dat betreft van een te hoge kwaliteit en worden daarom alleen voor groene thee gebruikt.
Oolongcha
Oolong thee blaadjes
Letterlijk “zwarte draak thee”. Is eigenlijk geen Japanse thee soort, maar Chinees. Is vergeleken bij zwarte thee licht geoxideerd. De blaadjes vormen zwarte sliertjes, wat waarschijnlijk de naam verklaart. In de oosterse mythologie is een draak meer slangvormig met poten, en kennelijk deden de slierten blaadjes hieraan denken. Is behoorlijk populair in Japan. Heeft een wat fruitige smaak.
Witte thee
Witte thee blaadjes
Aan het andere uiterste van het spectrum vinden we witte thee. Witte thee staat erom bekend dat het bijna geen behandeling ondergaat. Welke behandeling het wèl ondergaat zijn de meningen over verdeeld. De consensus is dat het om uiterst jonge blaadjes gaat (soms zelfs de ongeopende bladknoppen), welke enkel gedroogd worden. De resulterende thee drank is licht gelig en smaakt bloemig. De thee is kostbaar en zeker in het westen zeldzaam. Het wordt vooral in China verbouwd en behoort niet tot het standaard Japanse thee assortiment.
Groene thee
Groene thee zit qua bewerking tussen zwarte en witte thee in. Het is verreweg de meest populaire Japanse thee in binnen en buitenland. Officieel heet de thee in het Japans ryokucha, letterlijk “groene thee”. In de praktijk spreekt men echter meestal over ocha (o is hierbij hetzelfde eervolle voorzetsel als bij bijvoorbeeld O’Sensei). Groene thee wordt gemaakt door de jonge bladeren na het plukken te verhitten.
Groene thee blaadjes
Japanse groene thee wordt gestoomd en is daardoor iets zoeter en “grassiger”. Chinese groene thee wordt verhit in een pan. Na het verhitten worden de blaadjes gedroogd en “gerold” tot de vorm die wij kopen in de winkel. In de loop der jaren zijn er veel gezondheidsclaims gedaan over de werking van groene thee, onder andere dankzij het hoge aantal anti-oxidanten. Het beeld van groene thee als gezonde drank is niet in de laatste plaats ontstaan omdat Japanners betrekkelijk gezond oud worden. Er is tot op heden geen bewijs gevonden voor deze claims, al zijn er wel bemoedigende onderzoeksresultaten. Het ontbreken van hard bewijs is misschien wel het grote aantal verschillende soorten Japanse thee. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat het niet-drinken van fris en andere zoete dranken gezond is. En dat wordt een stuk makkelijker wanneer je beschikt over lekkere thee.
Er zijn zoveel verschillende soorten groene thee dat dit een artikel op zich zou kunnen zijn, maar hieronder staan de meest populaire uitgelegd.
Verschillende kwaliteiten groene thee
Gyokuro – “jade dauw” – De duurste Japanse thee soort. De laatste drie weken voor de oogst worden de blaadjes in de schaduw gehouden, waardoor de thee extra zoet wordt. In principe is deze thee handgeplukt. Daarna wordt de thee, net als alle andere soorten, opgerold. De naam duidt op de vaal groene kleur van de drank.
Kabuse – “bedekte thee” – Lijkt op Gyokuro, maar de thee planten worden korter in de schaduw gehouden, meestal slechts een week. Daarmee is de thee makkelijker te produceren dan Gyokuro en wat betaalbaarder. Ook deze thee is meestal handgeplukt. De thee smaakt wat milder dan de normale sencha.
Sencha – “gebraden thee” – Met afstand de populairste Japanse thee soort. Vaak machinaal geproduceerd, wat met de Japanse kwaliteitsstandaard bepaald geen ramp is. De thee planten kunnen 3 tot zelfs 4 keer per jaar geoogst worden, wat zorgt voor een kwaliteitsverschil binnen de categorie sencha. Door het oppotten van voedingsstoffen in de winter zijn de eerste blaadjes het beste, deze heten shincha (“nieuwe thee”), de thee die daarna geoogst wordt wordt aangeduid als ~bancha (“~e oogst thee”).
Bewerkte groene thee
Hoewel alle groene thee bewerkt is, zijn sommige thee soorten meer bewerkt dan andere. Dit maakt ze niet perse minder, maar geeft ze wel andere eigenschappen.
Kukicha “blaadjes”
Kukicha – “twijg thee” – Een specifiek soort sencha waarbij vooral de twijgjes in het thee water belanden. Heeft een extra frisse, grassige smaak. Opvallend is dat deze thee soort onderdeel is van de macrobiotische dieetvoorschriften.
Houjicha – “geroosterder thee” – Is precies dat – geroosterde groene thee blaadjes. Door het lage cafeïne gehalte wat bereikt wordt tijdens het roosteren is het een erg populaire Japanse thee soort voor ouderen en kinderen. Ook wordt het veel gedronken laat op de avond. Omdat de kwaliteit van de blaadjes minder uitmaakt wordt hier vaak de laatste oogst voor gebruikt. Kan ook gemaakt worden met de twijgjes, net als bij kukicha. Heeft een zoetige, caramel-achtige smaak.
Genmaicha – “zilvervliesrijst thee” – Allemansvriend onder de Japanse thee. Wordt gemaakt door geroosterde zilvervliesrijst (bijna overal ter wereld bekend als “bruine rijst”) toe te voegen aan sencha blaadjes. Door de rijst bevat het iets meer calorieën en voedingsstoffen dan gewone thee en wordt daarom vaak gedronken om vasten periodes te overbruggen. Heeft een warme, notige, smaak.
Matcha
De meest unieke thee op de lijst en misschien wel ter wereld. Waar de andere Japanse thee soorten worden gemaakt door het laten trekken van theeblaadjes in heet water, wordt matcha gemaakt met een poeder. Matcha betekent dan ook letterlijk “poeder thee”.
Matcha begint als Gyokuro – thee die minstens 3 weken in schaduw gegroeid heeft. De thee wordt echter niet opgerold maar los te drogen gelegd. Het resultaat noemt men Tencha – “te malen thee”. Daarna worden de nerven en stammetjes verwijderd en worden de blaadjes met stenen vermalen tot matcha poeder.
Traditioneel wordt matcha gebruikt in een Japanse thee ceremonie. Al snel had men door dat het ook lekker was om het te mengen met andere voedingsmiddelen – mochi (cake van rijst met een hoog glutengehalte) en soba (boekweit noedels). Toen ijs aan populariteit won in Japan was ook dat een logische partner. Tegenwoordig kun je zo’n beetje alles vinden in matcha smaak, zoals chocolade en andere snoepjes. Over het aanmaken van matcha kun je meer lezen op onze pagina over de Japanse theeceremonie.
Rooibos thee
Rooibos blaadjes
Eigenlijk geen echte thee, maar vanwege de populariteit (ook in Japan) toch maar op de lijst. Wordt van een heel andere plant gemaakt, maar met een vergelijkbaar productieproces als bij de andere theesoorten. Veruit de meeste rooibos thee is geoxideerd net als zwarte thee, maar er bestaat ook een soort “groene rooibos thee”, welke niet geoxideerd is. Rooibos thee heeft een warme, aardse smaak.
Hoewel thee haar oorsprong niet vindt in Japan, hebben de Japanners thee wel tot een eigen, ongekende, hoogte weten te brengen. De Japanse thee cultuur is uitgebreid en overal terug te vinden in Japan. Hopelijk vinden ook de minder bekende Japanse thee soorten snel hun weg naar Nederland, zodat iedereen ervan kan genieten.
Na een stukje over Japanse animatie films kon een stukje over Japanse films natuurlijk niet uitblijven! De laatste decennia is de filmwereld nog meer gedomineerd door het grote geld van Hollywood. Dit betekent dat veel talent en goede ideeën de weg naar Hollywood vinden en er betrekkelijk weinig goede speelfilms van buiten Hollywood komen.
Landen als Japan, met een rijke historie in de cinema, zijn hierop een relatieve uitzondering. Dankzij pioniers in de vorige eeuw beschikken zij nu over de nodige ervaring en expertise om mooie speelfilms te produceren. Hier een beknopt en subjectief overzicht van Japanse films. Je kunt immers alleen aanraden wat je zelf gezien hebt.
Kurosawa Akira
Een van die pioniers op het gebied van Japanse films was Kurosawa Akira. Maar Kurosawa wordt niet alleen gezien als een van de meest invloedrijke regisseurs van Japan, maar van de wereld. Kurosawa staat bekend om zijn historische samurai films. Deze film vormde een inspiratie voor menig (spaghetti) western.
De brede camera opnames, de spanning tussen twee kemphanen voor een duel, de machtstrijd tussen rivalerende bendes, beide genres delen veel kenmerken en daar werd halverwege de vorige eeuw dankbaar gebruik van gemaakt. Ook over het moderne leven wist Kurosawa enkele imposante en meeslepende films te maken.
Rashomon
Letterlijk “Rasho-poort”. De naam van de film verwijst naar de locatie waar een groot deel van het verhaal zich afspeelt. De eerste echte “samurai film” van Kurosawa, en ook de film die Japan als op het gebied van cinema op de kaart zetten. Een aantal onbekenden komen toevallig bijeen onder de “Rashomon” poort, nadat enkelen op een of andere manier getuige zijn geweest van een misdaad. Ieder geeft een eigen verslag van wat er gebeurt is, maar de verhalen stroken niet met elkaar en dit levert de nodige spanning op – wie spreekt de waarheid?
Doomed
Ikiru – letterlijk: “Leven”. Typisch voorbeeld van een Kurosawa film in de moderne tijd. De ambtenaar Watanabe Kanji is terminaal ziek en bedenkt zich dat zijn leven redelijk doelloos is geweest. Het eentonige werk wat hij zijn hele leven heeft gedaan heeft geen verschil gemaakt. Geïnspireerd door de jonge Toyo begint hij zich in te zetten voor het aanleggen van een speeltuin, waarbij hij menig heilig huisje in de Japanse cultuur onderuit moet halen. Losjes gebaseerd op een boek van Leo Tolstoy – De dood van Ivan Iljitsj.
Seven Samurai
Shichinin no samurai. Een dorpje, wat wordt lastiggevallen door een bende bandieten, huurt met hun laatste spaarcenten een Ronin (samurai zonder meester) in om het dorp te beschermen. Hij verzamelt zeven andere zwaardvechters, ieder met eigen talenten (het begin van een trope die je ook terugziet in bijvoorbeeld Ocean’s Eleven), en gezamenlijk gaan ze de strijd aan. Vormde de basis voor de western The Magnificent Seven waar de samurai vervangen zijn voor cowboys, en ook aflevering 4 van het eerste seizoen van The Mandalorian.
Yojimbo
Letterlijk: “De uitsmijter”. Nog een bekende samuraifilm van Kurosawa. Een Ronin komt al dwalend in een dorpje terecht waar twee bendes elkaar naar het leven staan. Hij besluit dat het dorp beter af is zonder de bendes en probeert de twee bendes daarom tegen elkaar uit te spelen. Vormde de basis voor de western Fistfull Of Dollars met Clint Eastwood. Kurosawa was niet blij met hoe de vorige western (The Magnificent Seven) uitviel en weigerde daarom in eerste instantie rechten te verlenen voor Fistfull Of Dollars, waardoor die film lang op de plank gelegen heeft.
High and Low
Tengoku to Jigoku – Letterlijk: “Hemel en Aarde”. Over een rijke man die hemel en aarde beweegt om zijn gekidnapte zoon te redden. De keuze wordt lastiger wanneer blijkt dat de kidnappers een fout hebben gemaakt en iemand anders hebben meegenomen.
Revolt
Ran – letterlijk: “Chaos”*. De enige kleurenfilm van Kurosawa op de lijst. Een bejaarde krijgsheer met drie zoons probeert zijn rijk bij elkaar te houden door vroegtijdig afstand te doen van de troon. Hij hoopt zijn zoons te leren samenwerken en daarmee te zorgen voor een soepele overgang. Zijn plan mislukt helaas en als snel barst de strijd los. Gebaseerd op “King Lear” van Shakespeare.
*Leuk weetje: dit is dezelfde ran als in randori – een gevorderde oefening binnen aikido waar er meerdere aanvallers tegelijk aanvallen, bijna vaste prik op dan-examens.
Kobayashi Masaki
Gelukkig zijn er meer goede Japanse film regisseurs, zoals Kobayashi Masaki. Kobayashi was een overtuigd pacifist en dit zie je in verschillende van zijn films terug. Probeerde eind jaren ’60 samen met Kurosawa films aantrekkelijker te maken voor de jeugd.
Harakiri
Seppuku – letterlijk “buik snijden”. In de samurai tijd was het gebruikelijk voor Ronin om rituele zelfmoord te plegen. Waar in Europe zelfmoord door het christendom verafschuwd werd, werd (rituele) zelfmoord in Japan juist als iets heel eervols gezien. Het was niet ongebruikelijk hier een groep toeschouwers voor te zoeken, zoals een krijgsheer. Die krijgsheer zat hier meestal niet op zo’n ritueel te wachten, en wanneer je aankondigde seppuku te willen plegen werd je met een beetje geluk omgekocht om je heil ergens anders te zoeken. Deze film vertelt het verhaal van een Ronin die zich niet laat afwimpelen.
Kwaidan
Kaidan – letterlijk “mysterie spraak”. Verzameling van vier korte horror verhalen, gebaseerd op boeken van Lafcadio Hearn, een Grieks-Ierse schrijver die trouwde met een Japanse vrouw en met zijn boeken het Westen een kijkje gaf in de Japanse folklore.
Kitano Takeshi
Bekend onder meerdere namen, maar vooral “Beat Takeshi”. Takeshi is een alleskunner die begon als komediant. Is te zien als gastheer in spelshows, acteur in films, maar regisseert ook zelf Japanse films. Heeft een passie voor tap-dance en weet in veel films hier enige ruimte voor in te richten.
Battle Royale
Dystopische film met een bijrol voor Takeshi, gebaseerd op een boek. De Japanse overheid dwingt een groep brugklassers in een grote arena elkaar tot de dood te bevechten. Klinkt als een remake van The Hunger Games? Dit boek en deze film waren er eerder, en zijn een stuk bloederiger en gewelddadiger. De schrijfster van The Hunger Games claimt het niet gekend te hebben tijdens het schrijven van haar boeken reeks.
The Blind Swordsman: Zatoichi
Zatoichi. Remake van een klassieke serie en reeks films, over een blinde zwaardmeester. Zatoichi doet zich voor als arme, onschuldige, masseur. In de remake met passie gespeeld door Takeshi. De remake eindigt met een compleet anachronistische tap-dance.
Overig
Er zijn natuurlijk nog veel meer goede Japanse films. Hier een kleine selectie.
Hachiko Monogatari
Gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Hachiko, de hond die trouw zijn baasje komt opwachten bij het treinstation in hartje Tokyo. Als zijn baasje plots niet op komt dagen blijft Hachiko in verwarring achter, de mensen in de buurt proberen hem op te vangen. Ontroerende Japanse film die later een remake kreeg met Richard Gere.
Departures
Okoribito – Letterlijk “Vertrek persoon”, iets minder letterlijk “Vertrek hulp”. Prachtige film over een cello speler die werkeloos wordt en daarom elke baan aan moet grijpen die hij kan vinden. Uiteindelijk beland hij op de vertrekafdeling van een reisbureau, maar dat blijkt al gauw een uitvaartbureau te zijn – een beroep waar in Japan een groot taboe op rust. Laat de minder zichtbare kant van de Japanse tradities in het moderne leven goed zien.
Ring
Horrorfilm over een geest die je waarschuwt dat je over een week dood gaat. De waarschuwing komt, per telefoon, een minuutje nadat je een bizarre videoband hebt gekeken. Een journaliste gaat poolshoogte nemen maar staat voor een duivels dilemma wanneer de geest opnieuw een waarschuwing afgeeft, dit keer aan een dierbare.