De Japanse taal is voor velen een mysterie, wat vergroot wordt door het gebruik van een ander schrift en geprikkeld wordt door onze positieve ervaring met de Japanse cultuur via aikido. Het Japans is eigenlijk een erg simpele en regelmatige taal. Echter, de Japanse taal is zodanig anders dan de Europese talen dat het lastig kan zijn om deze te leren. Er worden veel fouten gemaakt in de uitspraak en vertaling van het Japans, zowel bij de sushi tent als op de mat, zowel door leerlingen als door leraren. Hier volgt wat informatie over het begrip van de Japanse taal.
Het schrift
De Japanse taal kent 3 schriften (alfabetten). Het ingewikkeldst zijn de kanji (Chinese karakters). Deze kleine tekeningen hebben stuk voor stuk een betekenis, maar soms meerdere manieren om uitgesproken te worden. De andere 2 schriften helpen bij het bepalen van de juiste uitspraak van de kanji. Meer over deze schriften kun je binnenkort lezen op onze pagina over het Japanse schrift.
Vertaling
Het is erg lastig om het Japans letterlijk te vertalen. De meeste Japanse begrippen vertegenwoordigen een concept, en hebben niet direct een vertaling. Afhankelijk van welke combinatie je maakt kan de betekenis subtiel, of enorm, verschillen. Dit komt in het Nederlands ook wel eens voor, bijvoorbeeld bij het begrip “astro”. Letterlijk betekent het “ster”, echter de betekenis kan nogal veranderen:
astro+naut = ruimtevaarder
atro+nomisch = gigantisch
Dit is te overzien als het om uitzonderingen gaat, maar de hele Japanse taal is opgebouwd uit dit soort bouwstenen. Een Japanse uitspraak vertegenwoordigt een karakter, en het karakter is niet een woord maar een begrip. Elk begrip heeft meerdere mogelijke vertalingen. Daarom krijg je meestal een lijst met omschrijvingen, en niet een eenduidig antwoord als je vraagt naar de betekenis van een woord/begrip als aikido, of een van de technieken die we beoefenen.
We hopen in de Aiki-Wiki wel enige duidelijkheid te scheppen over veel gebruikte begrippen, maar mocht je verdere vragen hebben kun je altijd bij de leraar terecht.
In het oosten kent men een heel andere traditie voor oud en nieuw dan hier in het westen. Ook per land zijn er sterke verschillen. De Japanse naam voor oud en nieuw, oshogatsu, geeft meteen een opvallend verschil prijs. Het eerste karakter, 正, betekent zoiets als “waar”, “exact” of “correct”, het tweede karakter, 月, betekent “maan”. De Japanse kalender is van oudsher, net als de Chinese kalender, gebaseerd op de maan in plaats van de zon.
De datum
Tot in de 19e eeuw vierden de Japanners dan ook, net als de Chinezen, hun oud en nieuw pas eind januari of ergens in februari. De naderende dooi en seizoenswisseling naar de lente speelde hier een belangrijke rol bij. De natuur maakte zich, evenals de mens, klaar voor een nieuw jaar met nieuwe kansen. Dit zie je terug in het Japanse gebruik osouji, de grote schoonmaak. Aan het einde van het jaar wordt het huis (of de dojo) grondig schoongemaakt. Dit is naast hygiënisch ook bedoeld als spirituele activiteit, zodat men mentaal met een schone lei kan beginnen aan het nieuwe jaar. Deze traditie vertaalt zich goed naar de westerse situatie. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat dojo in het westen een vorm van osouji kennen.
Onder invloed van het westen is Japan in de 19e eeuw de gregoriaanse kalender gaan gebruiken, en is de nieuwjaarsviering verschoven. De gebruiken zelf zijn echter niet veel veranderd. Het is geen feest zoals wij dat hier in Nederland kennen, met alcohol, vuurwerk en oliebollen. Als je als buitenstaander in Japan bent gaat de jaarwisseling redelijk roemloos aan je voorbij. Wanneer je de televisie afstruint naar programma’s ter ere van de jaarafsluiting zul je alleen op de nationale televisie iets van betekenis tegenkomen. Je zult ook meteen begrijpen waarom wakker blijven tot na twaalf uur geen algemeen vermaak is in Japan. Ter ere van het nieuwe jaar wordt er in elke tempel een 108 maal een bel geslagen. Dit symboliseert de 108 boeddhistische zonden en moet de aardse verlangens wegjagen. Het slaan van de bel wordt live uitgezonden op de nationale televisie.
De Japanse gebruiken – het eten
Het Japanse nieuwjaar zie je veel meer terug in de persoonlijke en sociale gebruiken in de eerste week van januari. Waar wij ons te goed doen aan oliebollen, waarvan menig Nederlander niet weet hoe ze te maken, zwoegen Japanse moeders, eventueel met hulp van oma, dagenlang in de keuken om osechi te bereiden. Ongeveer een week lang worden er typische hapjes gegeten uit luxe gelakte houten doosjes. Dit gebruik stamt nog uit de tijd dat er geen koelkasten waren, dus alle hapjes zijn ingemaakt en daardoor goed te bewaren. Te denken valt aan bijvoorbeeld lotusbloemplakjes, kastanjes en viskoekjes. Overigens zijn ook oliebollen tegenwoordig te verkrijgen in Japan, bij de donutzaak!
Misschien nog wel typischer dan osechi is mochi. Dit is een soort “rijst cake”, gemaakt van erg plakkerige rijst. De rijst wordt gekookt en daarna herhaaldelijk fijngestampt met een houten hamer. Mochi is in de supermarkt te verkrijgen, maar samen met de buurt of een groep vrienden mochi slaan is een populaire bezigheid. Vaak ontstaat er een natuurlijke rolverdeling. De mannen leven zich uit met de hamer, terwijl de vrouwen gekookte rijst aanleveren en samen met de kinderen mochi bolletjes draaien. De mochi wordt vervolgens in allerlei combinaties genuttigd, bijvoorbeeld in de soep, of met wat suiker en/of sojasaus.
De Japanse gebruiken – sociaal
Een belangrijk onderdeel van oud en nieuw is ook het sturen van nieuwjaarsgroeten middels nengajo (“nieuwjaarskaart”), een handgeschreven kaart om aan te geven dat je nog steeds geeft om je contact met de ander. Op de kaart staat altijd een standaard wens, en eventueel nog een persoonlijke boodschap. Het is sterk te vergelijken met onze kerstkaart traditie. Het Japanse postkantoor spaart eind december alle kaarten op en zorgt dat de kaarten op 1 januari worden afgeleverd.
Op 1 januari wordt er vaak een bezoek gebracht aan familie. Kinderen in de naaste familie krijgen vaak geld (otoshidama) van oudere familieleden. Hierbij wordt er belang aan gehecht dat alle kinderen evenveel krijgen, zodat niemand zich minder voelt. Het gaat soms om flinke bedragen (meerdere gulle gevers die allen 50-100 euro geven bijvoorbeeld), maar het is voor sommige kinderen het enige zakgeld wat ze krijgen in een jaar. Naast de levende familie krijgt ook het graf van de familie vaak een bezoekje, en wordt er bij een schrijn gebeden voor voorspoed in het nieuwe jaar. Voor een kleine bijdrage krijgt men een soort horoscoop welke men om een touw heen knoopt om de goden te verzoeken deze horoscoop ook uit te laten komen.
De Japanse nieuwjaarstraditie zit vol met interessante gebruiken. Naast het lekkere eten is de manier waarop de Japanners stil staan bij het veranderen van de seizoenen, en de nieuwe kansen die geboden worden, bewonderenswaardig en leerzaam. Shinnen akemashite omedetou gozaimasu.