Miyuki Kumazawa sensei komt weer naar Europa voor een tour in maart 2025: Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Neem contact op met lokale dojo via hun websites voor vragen en om te reserveren voor het eten.
Voor accommodatie in Frankrijk, neem contact op met Mw. Dominique Bedell per telefoon (+33 687 28 63 74).
Registratie voor de stage op voorhand is niet nodig. Registratie voor het eten sluit 7 dagen voor de eerste les in een land!
Praktische informatie:
Er is ruim voldoende parkeerplaats aanwezig in de omgeving van de dojo. Bus 4 stopt voor de deur van de dojo (halte Homeruskwartier midden), en rijdt in 11 minuten naar station Almere Poort, of in 21 minuten naar Almere Centurm. Zie 9292.nl.
Op het plein bij de dojo zit een supermarkt, snackbar en meerdere kleine restaurants.
Er zitten meerdere hotels in Almere, hier een kleine selectie:
Miyuki Kumazawa Sensei returns for another European Tour in March 2025 : Netherlands, Luxembourg, France. Please contact local Dojo´s through their websites for dinner reservations and other queries.
For accomodation in France, please contact Mrs. Dominique Bedell by phone +33687.28.63.74.
Registration for the seminars in advance is not needed, but registration for dinner will close 7 days before the classes start in the specific country !
Practical Information:
There is plenty of parking space available in the vicinity of the dojo. Bus line 4 stops right in front of the dojo (stop “Homeruskwartier Midden”), and will take you to Almere Poort station in 11 minutes, and to Almere Centrum station in 21 minutes. For more information, see 9292.nl/en
On the square in front of the dojo there is a supermarket, burger joint and various small restaurants.
There are several hotels in Almere, this is a small selection:
Het meest bekende Japanse woord voor leraar is sensei, vergelijkbaar met het Chinese shifu. Sensei is een algemene titel voor een leraar (of bijvoorbeeld een arts). Het wordt tevens gebruikt als aanspreektitel als men tegen een leraar praat. Er zijn binnen aikido echter veel meer woorden die gebruikt worden om leraren mee aan te duiden, zoals shihan. De meeste andere woorden worden daarentegen zelden gebruikt als aanspreektitel.
Dit is vergelijkbaar met een (basis)school hier in Nederland, waar je tegen alle mannelijke docenten “meester” zegt. Ook de directeur spreek je aan met “meester”. Wanneer je het over de directeur hebt noem je hem ineens wel directeur.
Hieronder bespreken we een aantal bekende Japanse termen:
Shihan
Naast sensei is shihan waarschijnlijk het meest gebruikte Japanse woord voor leraar in het westen. Vrij vertaald betekent het “groot meester”, maar het wordt ook wel eens vertaald als “leraar van leraren”. Het wordt namelijk geschreven met de Japanse karakters 師範.
師, shi, is een Japans karakter wat zoveel betekent als “leraar” of “mentor”, en wordt ook gebruikt voor religieus leiders. Het karakter 範, han, betekent “voorbeeld”, 師範 betekent dus een “voorbeeld voor leraren”.
Shihan is een eretitel die binnen aikido in Japan vooral gebruikt wordt voor leraren van hombu dojo die ten minste 6e dan hebben. Buiten Japan wordt de titel gegeven aan leraren die al een aantal jaar minstens 6e dan hebben en daarnaast aan het hoofd staan van een organisatie zoals een bond of sectie. Aikidojo Poort is aangesloten bij de sectie Aikido Kenshukai Nederland (AKN), de shihan van de AKN is Aad Thijs.
Shidoin en shidosha
Shidoin (指導員) en shidosha (指導者) bestaan beide uit drie karakters en betekenen nagenoeg hetzelfde. Het eerste karakter, 指, shi, betekent zowel “vinger” als “aanwijzen” of “aanwijzing”. Het tweede karakter, 導, dou, betekent “leiden” of “gidsen”. De betekenis van de samenstelling van deze twee tekens is voor de hand liggend: “instructie”.
Het derde karakter maakt het subtiele verschil tussen de twee termen. 者, sha, betekent letterlijk “persoon”, en kennen we in het westen van het woord 芸者, geisha, letterlijk “kunst-persoon”. 員, in, betekent letterlijk “lid”, en wordt gebruikt in constructies zoals “clublid” of “staflid”.
In het dagelijks leven wordt de term shidosha iets vaker gebruikt, vergelijkbaar met de Nederlandse term “instructeur”. Binnen aikido gebruikt men eigenlijk uitsluitend shidoin. Shidoin impliceert dat men als leraar deel is van een grotere organisatie.
Aangezien shihan en shidoin allebei een titel voor een leraar is, en allebei beginnen met shi, zou je denken dat het karakter shi in beide gevallen hetzelfde is. Dit is dus niet het geval, en puur toeval. Dergelijke eigenaardigheden zijn geen zeldzaamheid in de Japanse taal.
Fukushidoin
Fuku (副) betekent assistent, of vervanger, en wordt in samenstellingen gebruikt op de manier dat wij “vice” gebruiken. De betekenis van fukushidoin 副指導員 is daarmee meteen helder: het is een “assistent leraar” of “vervangend leraar”.
De Japan reis 2024 is weer voorbij! De afgelopen weken vertoefden Dmitri, Laura en Maarten in Japan om daar te trainen in Hombu dojo, het aikido hoofdkwartier. En natuurlijk ook om een beetje toerist te spelen. Hieronder lees je hun reisverslag.
Kun je geen genoeg krijgen van dit soort reisverslagen? Ook het verslag van de Japan reis 2020 is nog te vinden op onze website: Japanreis 2020
31 januari
Laura en Maarten zijn in het holst van de nacht opgestaan en naar Schiphol gebracht. Na een vlotte gang langs de controle zijn ze op hun vlucht naar Londen gestapt, om vanaf daar door te vliegen naar Tokyo, waar ze in de vroege ochtend aan zullen komen. Dmitri volgt een dagje later.
1 februari
Voor de ochtend voorbij is staan Laura en Maarten bepakt en bezakt te wachten op de trein naar het centrum van Tokyo. Ze dragen kilo’s aan souvenirs en 3 aikido pakken per persoon bij zich. Inchecken kan pas in de middag, dus na hun spullen in een kluisje ondergebracht te hebben gaan ze Shinjuku onveilig maken.
Shinjuku is een drukke stadswijk in het westen van Tokyo, waar onder andere het gemeentehuis, de Meiji-schrijn en hombu dojo zich bevinden. Net ten zuiden, in Shibuya, vindt men de welbekende voetgangerskruising en het station waar de hond Hachiko trouw op zijn baasje wachtte.
Vanaf het torenhoge gemeentehuis heb je (gratis!) een prachtig uitzicht over de metropool, en de Meiji-schrijn vormt een oase van rust in de verder zo gejaagde stad.
Na deze eerste toeristische activiteiten kunnen Laura en Maarten inchecken in het appartement wat hun thuis gaat zijn de komende anderhalve week, precies op tijd om de lessen van Fujimaki-sensei en Kobayashi-sensei mee te pikken.
2 februari
De wekker gaat om 5:30, na kort opfrissen en een onigiri melden Laura en Maarten zich voor de eerste les van de dag, van Dojo-cho (de achterkleinzoon van de grondlegger). Daarna volgt een les van Katsurada-sensei, waar Maarten met een van de uchi-deshi mag trainen. Zoals gebruikelijk de komende dagen is het daarna tijd voor een grote kom Gyu-don (rijst met rundvlees en ui) en een dutje van een uur of twee om het lichaam de kans te geven te herstellen.
De derde les, van Seki-sensei is een eerste weerzien, met de Italiaanse Gianfranco, die Maarten 4 jaar geleden meenam naar een onsen. Ook de vierde les, wederom van Dojo-cho, is een weerzien, dit keer met de Finse Konstas, die ook net terug is in Tokyo.
3 februari
Na de vliegende start gisteren gaan we meteen verder in hetzelfde ritme. Inmiddels is ook Dmitri gearriveerd. De dag begint wederom met les van Dojo-cho, op een overvolle mat. Helaas wordt op dit moment hombu-dojo verbouwd, wat betekent dat “de zaal” op de 3e etage niet beschikbaar is en we het met de kleinere zalen op de 2e en 4e etage moeten doen. Het goede nieuws is dat er airco-systemen komen waardoor de boel in de zomer hopelijk beter uit te houden is!
De tweede les is van Mori-sensei, die zoals altijd nadruk legt op het bewaren van de center-lijn. De twee avondlessen zijn van Sugawara sensei, en vormden het weerzien met de Duitse Guenter, die Maarten 17 jaar geleden wegwijs maakte tijdens zijn eerste bezoek aan Hombu, en nog altijd trouw in Hombu traint.
4 februari
Zondag is altijd een trage dag in Hombu-dojo, met maar twee lessen: Kanazawa-sensei en Dojo-cho. Daarna spoedden Laura en Maarten zich naar de nabijgelegen havenstad Yokohama, waar een van Maarten zijn oud klasgenoten woont, evenals haar moeder, Michiyo-san. Michiyo-san heeft enkele jaren geleden de kalligrafie voor de kamiza van de dojo gemaakt.
We worden getrakteerd op een ontzettend gezellige dag, vol lekker eten en een minder typische blik op Japan. Zo doen we onder andere de Cupnoodle-factory aan, een museum wat verteld over de geschiedenis van het bedrijf Nisshin, wat het overgrote deel van de instant-noodles ter wereld maakt. Ook vanuit de Yokohama Landmark Tower heb je een prachtig uitzicht over de stad, en in de verte zien we zelfs het gemeentehuis van Shinjuku weer liggen.
6 februari
Gisteravond begon het te sneeuwen, waardoor er de laatste les slechts 11 mensen op de mat stonden! Bijzondere ervaring en een super gave les van Yokota-Sensei. Ook betekent het sneeuw schuiven in de ochtend. Iets wat men in Japan plichtsgetrouw meteen doet. Laura komt precies op het juiste moment de dojo uit om de Ueshiba familie te assisteren en wordt daarvoor hartelijk bedankt door Dojo-cho.
Na een volle dag met lessen van Dojo-cho, Irie-sensei, Sakurai-sensei en Osawa-sensei, is het eindelijk tijd voor wat sociale activiteiten! Er is op dit moment een Duits(talig)e invasie in Hombu, met vier jongvolwassenen die voor enkele maanden zijn neergestreken in Tokyo om zichzelf in het zweet te kunnen werken. Samen met een van hen, de Duitse Vessa, gaan we traditie getrouw okonomiyaki eten en daarna door voor karaoke!
De selectie liedjes is soms wat willekeurig, maar tot vreugde van Vessa is het Duitse 99 Luftballons bijvoorbeeld gewoon te vinden. Laura en Maarten doen of ze in de keuken staan, en Dmitri gaat los op wat rock klassiekers. Hoewel in het begin onwennig komt iedereen daarna los en wordt het een heus feestje!
9 februari
We zijn een week in Hombu, en gewend aan het ritme. Maarten krijgt de kans om met de derde van de vier uchi-deshi te trainen en de lessen gaan zich vanaf nu herhalen. Er is echter een verrassing: we moeten helaas de les van Miyamoto-sensei missen, die moet naar de VS om een stage te geven. Zijn les wordt vervangen door niemand minder dan Suzuki-sensei!
Op een afgeladen en veel te kleine mat zien we hoe hij met net zoveel energie en passie les staat te geven als dat hij op een stage doet. Ontzettend gaaf om bij te zijn! Ook draaien we nog weer even een was, zodat onze pakken schoon ingepakt kunnen worden. Dit weekend hebben we een korte intermezzo voor we volgende week weer verder trainen.
12 februari
Het is niet alleen maar afzien deze reis. Na een aantal dagen hard trainen volgt er ook plezier. Dmitri, Laura en Maarten zijn de afgelopen dagen afgereisd naar het bergdropje Hakone. Het gebied rondom Hakone staat bekend om twee dingen: natuurlijke heet waterbronnen (met bijbehorende onsen – publieke baden) en een prachtig uitzicht op Fuji-san, veruit de bekendste en mooiste berg van Japan.
Wat men kan zien van Fuji-san is erg afhankelijk van het weer, en dat kan per uur verschillen. Na een eerste voorzichtige glimps tussen de wolken door, verschijnt Fuji-san op dag twee in alle overtuiging. Precies op dat moment maken we de “golden circle” – een tocht met boot, kabelbaan en kabeltrein, die een uitzicht biedt op Fuji-san dat niet te evenaren is. Ook eten we de typische in zwavelwater gekookte eieren van Owakudani, en worden Laura en Maarten geïnterviewd door een Japanse youtuber (link volgt).
De trip kwam precies precies op het moment dat de lichamen begonnen te protesteren, en dankzij het heilzame bronwater gaan Laura en Maarten morgen weer vol goede moed verder! Dmitri reist al vast verder naar het westen.
14 februari
Valentijnsdag, in Japan op geheel eigen wijze gevierd (daar schrijven we nog wel een keer over…), maar voor ons belangrijker: weer een volle trainingsdag, met lessen van onder andere Sasaki-sensei, die elk jaar naar Nederland komt, en Kuribayashi-sensei, die elk jaar naar België komt.
Onze (vele) aanwezigheid lijkt op te gaan vallen, we hoeven lang niet altijd meer te zoeken naar een partner, we worden steeds vaker benaderd door Japanners die met ons willen trainen. Ook mag Maarten twee keer uke zijn voor de leraar.
Ondertussen gebruikt Laura de tijd ook om de toeristische kant van Tokyo te bewonderen, zo bezoekt ze de keizerlijke tuinen (zie foto).
15 februari
De laatste volle dag trainen voor ons dit jaar. Na de twee ochtendlessen van Dojo-cho en Osawa-sensei eten we snel weer een grote kom Gyu-don. De bediening is voor het eerst in bijna 2 weken geëmancipeerd genoeg om te controleren dat de extra grote kom voor Maarten bestemd is, in plaats van deze routinematig voor de neus van de man te zetten.
Na de zware brunch volgt dit maal geen dutje (dat zal ons nog duur komen te staan), maar reizen we af naar TeamLab Borderless, een digitaal museum waar men met licht (en soms geluid) bijzondere ervaringen creert (zelfs de filmpjes doen het geen eer aan). Dmitri, Emma en Jeffrey bezochten dit al vier jaar geleden, en ook wij moeten toegeven dat het een onbeschrijfelijk gave ervaring is! Al zegt een beeld meer dan duizend woorden, ook het beeldmateriaal valt in het niet bij een persoonlijk bezoek.
Na TeamLab Borderless spoedden we ons terug naar Shinjuku om een hapje te eten, de pakken op te halen en af te reizen naar Shinagawa voor de laatste lessen deze reis van Kumazawa-sensei in haar eigen dojo – Sanshinkai. 4 jaar geleden begonnen we onze reis op deze manier, dit keer sluiten we het aikido deel ermee af.
18 februari
De laatste paar dagen brengen ook Laura en Maarten door in het westen, in de omgeving van Kyoto. Ze doen onder andere de bekende Fushimi-Inari schrijn aan, met haar honderden oranje poorten. Ook Ginkakuji, de zilveren pagoda, omgeven door een prachtige tuin vol weelderig mos, en het sake-museum van Gekkeikan doen zij aan. Hoewel het nog te vroeg is voor de kersenbloesem, kunnen we wel volop genieten van de pruimenbloesem die reeds in bloei staat. Pruimenbomen zijn over het algemeen wat kleiner en wat minder sprookjesachtig, maar de bloesem zelf is er niet minder om.
En daarmee komt er een einde aan de Japan reis 2024!
Op 12 augustus 2022 is Erik Louw ons helaas ontvallen. Erik was een van de aikido pioniers van Nederland en heeft een enorme invloed gehad op het aikido landschap in Nederland. Veel Nederlandse aikidoka, waaronder ook veel van de gevorderden van Aikidojo Poort, hebben onder Erik getraind. Erik was een van de eersten in Nederland die les gaf aan kinderen. Het lesgeven aan kinderen is voor hem altijd een passie gebleven. We zullen voor altijd dankbaar zijn voor het plezier, de inspiratie en de mooie momenten die Erik ons gegeven heeft en zullen elk jaar in maart, rond zijn geboortedag, stilstaan bij zijn leven.
Herdenking Erik Louw 2023
In 2023 zal de herdenking plaatsvinden op zaterdag 18 maart bij Aikidojo Poort.
De lessen zullen verzorgd worden door (oud) leerlingen, en vrienden van Erik. In 2023 zijn dit: Dick Willems, van Aikidojo Amsterdam, Johanneke Duchatteau-Bloem van Aikinokawa (Haarlem), Toni Belev van Aikidojo Amstelveen, en Trudeke Sterringa-Goverts van Kaishinkan (Rotterdam).
Er zal een simpele lunch verzorgd worden voor alle aanwezigen. De dojo is gelegen aan een plein met onder andere een supermarkt en snackbar. Ook is er een zaterdag markt waar je zelf iets kunt halen bij etenskraampjes.
Voor de herdenking vragen we een bijdrage van 10 euro per persoon. De opbrengst zal gaan naar Kika (Stichting Kinderen Kankervrij), een goed doel wat Erik altijd een warm hard toegedragen heeft.
Jo, 杖, is het Japanse woord voor staf. Binnen aikido wordt hier een stok van ongeveer 130 cm lengte mee bedoeld. Een jo heeft normaal gesproken een diameter van ongeveer twee tot drie centimeter. Deze stevige wapenstokken werden in de tijd van de samurai veel gebruikt door mensen die zich geen zwaard konden permitteren, of die geen zwaard mochten dragen.
Hoewel een stok natuurlijk een aantal zwakke punten kent ten opzichte van een zwaard, is een geoefend stokvechter niet direct kansloos in een duel. Doordat de stok langer is dan het zwaard heeft de stokvechter meer bereik. Daarnaast beschermt het gemiddelde harnas tegen steken en snijden, waardoor een zwaard minder effectief wordt. Een stok haalt de kracht uit impact, terwijl een harnas een stuk minder bescherming biedt daartegen. In het westen zie je daarom ook de ontwikkeling van wapens als de morgenster en krijgshamer. Wel is het belangrijk je te realiseren dat het in die tijd vooral de zwaardvechters waren die geoefend hadden, en dat de stokvechters het daarom nog steeds vaak af moesten leggen.
De jo is in wezen de Japanse variant van wat men in het Engels een quarterstaff noemt. Uit een boomstam haalde men vier quarterstaffs. Dat heeft niets te maken met de lengte, maar alles met de dikte. Men zaagde de stam over de lengte in vier kwarten, die daarna geschuurd werden tot een ronde staf. Dit is dan ook waar de naam quarterstaff, “kwart-staf” vandaan komt.
Kwaliteit hout
Een jo
Jo zijn verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten hout. Omdat er veel slagen mee uitgevoerd worden waarbij de jo elkaar raken, en deze ook regelmatig door de handen glijdt is het, net als bij een bokken, belangrijk een harde houtsoort te kiezen die niet splintert. Japans eiken is hiervoor ideaal. Er is zowel rood als wit eiken verkrijgbaar op de markt. De (mogelijk subjectieve) ervaring van Aikidojo Poort is dat rood eiken meer te lijden heeft onder vocht (en dus eerder krom trekt) dan wit eiken. Daarom hebben wij in de dojo alleen wit eiken.
Trainen met een Jo
Binnen aikido wordt op veel verschillende manieren geoefend met de jo:
Suburi – losse slagen die men individueel maakt in de lucht. Er zijn 20 standaard jo-suburi.
Jo-Kata – een serie bewegingen die achtereenvolgend gemaakt worden volgens een vast patroon. Kan alleen of in tweetallen. Er zijn verschillende series, onder andere de 13- en 31- kata.
Kumi-Jo – kata voor twee personen, waar beiden een stok vast hebben.
Jo-nage – “werpen met de staf”, tori heeft een jo vast met twee handen, uke pakt deze vast met een hand en tori voert een aikido techniek uit met behulp van de stok.
Jo-dori – “afnemen van een staf”, uke valt aan (meestal met een horizontale stoot), en tori voert een aikido techniek uit waarbij tori de controle over de jo overneemt
Trainen met de jo is heel goed voor je kamae (houding), ma-ai (afstand) en het bewust worden van de center-lijn, de kortste weg tussen jou en je tegenstander. Ook leert het je bewust worden van welke richting op je kracht zet, een vereiste voor werken zonder spierkracht.
Een aantal van de oefeningen met wapens zijn opgenomen in het curriculum voor de dan-examens. Er wordt, mede daarom, van je verwacht dat je tegen de tijd dat je examen doet je eigen wapenset hebt. Al kun je die ook in dat geval nog wel van iemand lenen.
Ken is het Japanse woord voor zwaard. Een katana is een ken, maar ook de zwaarden die wij hier in het Westen gebruikten zijn ken. Bij aikido trainen we altijd met houten zwaarden, zogeheten bokken. Bokken wordt geschreven met twee karakters: 木剣. Het eerste karakter 木 betekent boom of hout. Meestal wordt dit karakter uitgesproken als ki, zoals in kihon. In sommige samenstellingen wordt echter de uitspraak boku gebruikt. Door een rare streek van de Japanse taal wordt in sommige gevallen de lettergreep ku (en tsu) een beetje ingeslikt, waardoor de uitspraak verandert. Voor Nederlanders klinkt het dan alsof er twee medeklinkers staan. Het tweede karakter, 剣, betekent letterlijk zwaard. Het is dezelfde ken als in kendo, Japans schermen, wat dus letterlijk “de weg van het zwaard” betekent.
Typen Bokken
Een Bokken
Bokken komen voor in vele vormen, maten en stijlen. Deze komen voort uit de vele verschillende zwaardstijlen die er beoefend worden. Afhankelijk van de situatie waar men op traint (met of zonder harnas) en welke bewegingen (steken of snijden) de nadruk krijgen in de zwaardstijl worden houten oefenzwaarden ontworpen met eigen eigenschappen (rechter, krommer, langer, korter, dikker, dunner, etc.). Voor aikido zijn er geen vaste regels welke stijl bokken je moet hebben, dit hangt sterk af van je persoonlijke voorkeur, en/of die van de leraar.
Bij Aikidojo Poort gebruiken we meestal bokken van de stijlen Katori Shinto Ryu of Yagyu Shinkage Ryu. Als je zelf een andere stijl prettig vindt staat dat je natuurlijk volledig vrij. Wat wel altijd belangrijk is, is het houtsoort waar het zwaard van gemaakt is. Net als bij een jo is het belangrijk dat het een harde houtsoort is die niet splintert. Ook hier heeft Japans eiken de voorkeur.
Trainen met een Bokken
Oefenen met Bokken
Met een bokken worden er verschillende vormen geoefend:
Suburi – losse slagen die men individueel maakt in de lucht.
Batto-jutsu – Het snel en vloeiend trekken van het zwaard, in combinatie met een of meerdere slagen.
Kumi-tachi – zwaard-kata waar beide trainingspartners een zwaard vast hebben die reeds getrokken is, of rustig getrokken wordt.
Tachi-dori – “afnemen van een zwaard”, uke valt aan (meestal met een verticale slag), en tori voert een aikido techniek uit waarbij tori de controle over het zwaard overneemt.
Trainen met de bokken is heel goed voor je kamae (houding), ma-ai (afstand), sen (timing) en het bewust worden van de center-lijn, de kortste weg tussen jou en je tegenstander.
Een aantal van de oefeningen met wapens zijn opgenomen in het curriculum voor de dan-examens. Er wordt, mede daarom, van je verwacht dat je tegen de tijd dat je examen doet je eigen wapenset hebt. Al kun je die ook in dat geval nog wel van iemand lenen.
Een tanto is een Japans mes. Het is het kleinste wapen wat we bij aikido gebruiken. Het is vormgegeven als een kleine bokken, en heeft dus ook 1 “botte” kant (net als een keukenmes). Tanto worden alleen gebruikt als oefenwapens om tegen te verdedigen. Met een tanto kunnen verschillende aanvallen uitgevoerd worden: een steek (tsuki) of een slag (uchi), zowel verticaal als diagonaal.
Een tanto: een houten mes
De juiste manier voor uke (aanvaller) om een tanto vast te pakken hangt af van de aanval, en zelfs dan is niet iedereen het er over eens. Net zoals bij veel dingen geldt hier: let goed op en pas je aan aan wat de leraar op dat moment doet, ook als dat anders is dan je gewend bent.
Voor de meeste wapens is het advies om deze te kopen van Japans eiken, een harde houtsoort die niet splintert. Omdat een tanto nooit tegen andere tanto aanbotst is er ook geen splintergevaar. Om esthetische redenen kiezen veel aikidoka nog steeds voor een tanto van Japans eiken, maar elke houtsoort is in principe prima.
Bij Aikidojo Poort hebben we een aantal tanto in de dojo, zodat er altijd voldoende messen zijn. Er is dus geen noodzaak om er een te kopen. Toch is het slechts een kleine investering, en een tanto past makkelijk in je sporttas, dus het kost weinig moeite om hem altijd bij je te hebben. Zorg ervoor dat je tanto herkenbaar is, bij voorkeur door je naam achterop te schrijven. Het meest gebruikelijk is om dit in het Japans te doen. Laat het in dat geval over aan je leraar, want er worden veel fouten gemaakt.
Trainen met een tanto
Met een tanto wordt eigenlijk maar in een vorm geoefend:
Tanto-dori – Het afpakken van een tanto. Uke valt aan, en tori voert een aikido techniek uit waarbij tori de controle over het houten mes overneemt.
Japan kent een lange martiale geschiedenis, met als meest sprekende voorbeeld de samurai, de Japanse ridders, en hun bekendste wapen, de katana. Door de zelf-opgelegde isolatie waar Japan lange tijd in verkeerde, zijn de samurai betrekkelijk recent nog een onderdeel geweest van de Japanse maatschappij. Hierdoor zijn de sporen van de samurai duidelijker zichtbaar in Japan dan die van ridders in Europa.
Naast de katana (zwaard) gebruikten de samurai ook andere wapens, zoals yari (speer), naginata (hellebaard), en yumi (boog). In de maatschappij waren ook andere wapens gemeengoed, zoals de jo en bo (stokken van verschillende lengtes).
Veel van de moderne krijgskunsten vinden hun wortels in de eeuwenoude Japanse krijgsscholen, en het is dus niet verwonderlijk dat er ook gewapende technieken in de curricula zitten. Aikido stamt net als Judo af van Ju-Jutsu, “de zachte kunst”. In beginsel is Ju-Jutsu hetgeen samurai leerden om zichzelf te verdedigen wanneer zij ongewapend waren.
Omdat Judo zich ontwikkeld heeft tot olympische wedstrijdsport, zijn alle gewapende technieken uit het curriculum geschrapt. Bij aikido worden deze technieken juist nog wel onderwezen. Het hangt echter sterk af van de school hoeveel nadruk er ligt op de oefeningen met wapens.
Wapens binnen aikido
Er zijn 3 wapens die bij aikido gebruikt worden. Klik op de links om meer over deze wapens te lezen:
Dan rijst de vraag “Waarom? Op straat komt er toch niemand met een zwaard achter me aan?” Waarschijnlijk niet, en een van de verklaringen is dat het traditie is, het staat nu eenmaal in het curriculum, dus oefenen zullen we het.
Echter, voor wie dat niet een geheel bevredigend antwoord is, is er een tweede, zwaarwegender argument. Er is veel te leren van het werken met een wapen. Het is bijvoorbeeld een ontzettend goede oefening in ma-ai (afstand), sen (timing), kamae (houding) en leert je nog duidelijker om geen spierkracht te gebruiken tijdens het bewegen.
Moet ik wapens kopen?
Je hoeft helemaal niets. Bij Aikidojo Poort hebben we een aantal jo, bokken en tanto in de dojo voor leden die ze zelf niet hebben. Daarentegen is een tanto een kleine investering en past deze gemakkelijk in je gewone sporttas. Veel mensen schaffen deze dus al vrij snel aan.
Wanneer je verder komt en het trainen met wapens ook een exameneis wordt (rond 1e kyu / shodan), of je veel naar stages gaat, is het gebruikelijk om ook een jo en bokken aan te schaffen. Dit heeft ook als voordeel dat je thuis kunt oefenen. Bijvoorbeeld in de tuin wanneer de zon schijnt. Op basis van persoonlijke ervaring raden we het binnenshuis oefenen af.
Het staat je vrij om zelf een jo en bokken aan te schaffen, maar je kunt ook advies vragen bij de leraar. Vaak kan deze ook nog wat korting regelen.
De kamiza is de plek in de dojowaar de foto van O’Sensei, en eventueel een kalligrafie, hangt. Andere dingen die vaak geëtaleerd staan als onderdeel van de kamiza zijn een wapenset en/of een vaas bloemen.
In beginsel heeft een kamiza echter niet meteen iets van doen met kalligrafie of bloemen. Het woord kamiza bestaat uit twee karakters: 上, kami, wat hoog of boven betekent, en 座, za, wat zetel of zitten betekent. Letterlijk betekent kamiza dus “hoge zetel”. Iets vrijer vertaald zou je kunnen zeggen “erezetel”. Net zoals op veel andere vlakken heeft deze hiërarchische verhouding een plekje in het bewustzijn van elke Japanner.
Wanneer een groep Japanners een ruimte betreed gaan ze volgens een vast patroon zitten. De “beste”, meest eervolle, plaats is het verst bij de deur vandaan. De deur brengt immers kou, en vroeger ook gevaar. De minst eervolle plaats is direct bij de deur, in de kou. Dit is ook de eerste persoon die moet proberen binnenkomend gevaar te stoppen.
In een sociaal gezelschap is deze erezetel gereserveerd voor de eregast, of de hoogste in rang. Voor wie dit vreemd klinkt: denk aan de stoel aan het hoofd van de tafel, met het verschil dat dit soort dingen in Japan net nog wat meer leven.
In traditioneel ingerichte ruimtes is er tegenover de ingang een soort inham in de muur, de tokonoma, waar kunst geëtaleerd wordt, meestal een kalligrafie. Dit is echter ook de plek waar de kamiza zich bevindt. Langzaamaan zijn deze twee concepten dus met elkaar verbonden geraakt. Binnen aikido staat O’Sensei uiteraard in het hoogste aanzien, en het is dus niet vreemd dat ook zijn portret wordt opgehangen bij de kamiza.
Typische Dojo Indeling
De kamiza kan nooit op dezelfde muur als de deur zitten. Als een architect het gebouw ontwerpt zal deze er juist meestal voor kiezen om te zorgen dat de muur tegenover de deur geschikt is voor een kamiza. Ook links van de deur (zoals bij Aikidojo Poort) is een populaire optie. Dit betekent dat de meest gevorderde leerlingen het verste bij de deur vandaan zitten. Minder gebruikelijk is dat de kamiza op de rechter muur zit, wat je onder andere in Hombu Dojo ziet. Een mogelijke beweegreden hiervoor kan zijn geweest dat men juist wilde voorkomen dat mensen op hierarchische volgorde gaan zitten. Met het steeds wisselende publiek in de Hombu Dojo zou dat zelfs in Japan voor chaos kunnen zorgen.
Met de kamiza zijn een aantal etiquette gemoeid. Zo is het onbeleefd om vlak voor de kamiza langs te lopen, of om met je rug naar de kamiza te wachten. Waar mogelijk is het beter om je aan een van de andere randen te positioneren. Is de mat zo groot dat dit niet lukt, draai je dan onder een hoek van 45 graden naar de kamiza toe. Verder is het netjes om bij het betreden en verlaten van de mat te groeten naar de kamiza.
Veel van de etiquette regels hebben een duidelijk relatie met veiligheid. Soms is dit verband niet zo duidelijk, en soms is het verband er niet. Toch is het belangrijk om de hoogte te zijn van deze basis regels en je best te doen ze na te leven. Zo kom je goed voor de dag, zowel in je eigen dojo maar vooral ook wanneer je ergens op bezoek gaat.
Shodo is de kunst van kalligrafie. Do is dezelfde Do als in bijvoorbeeld Aikido, en betekent “de weg van” of “de weg naar”. Sho betekent “schrijven”. Letterlijk betekent Shodo dus “de weg van het schrijven”. Je zou het ook vrij kunnen vertalen als “de weg van de pen”, en met het eeuwenoud gezegde “de pen machtiger is dan het zwaard” in je achterhoofd is dat niet eens een gek idee.
Klassieke Japanse Kunst
Kanji in blokschrift
Shodo is geen budo, maar net als Chado (thee ceremonie) en Kado (bloemschik kunst) bevat de naam de uitgang Do en behoort het tot de klassieke Japanse kunsten. Net als bij Budo heeft Shodo een graderingssysteem met verschillende Dan-graden. Voor de westerling die Dan-graden, en de bijbehorende zwarte banden, associeert met krijgskunst klinkt dit misschien vreemd, maar het Dan-graden systeem is redelijk gemeengoed in Japan. In tegenstelling tot Chado en Kado wordt Shodo ook onderwezen op school. Vaak is het een keuzevak en zijn andere opties muziek of schilderen. Bij Shodo leer je je eigen inkt maken door een blok te schuren en water toe te voegen. Ook leer je de karakteristieke schrijfmethode van Shodo: alleen de kwast maakt contact met het papier, je arm zweeft boven tafel en maakt nergens contact.
Stijlverschillen
Er zijn veel verschillende Shodo scholen met allen subtiel andere stijlen. In grote lijnen zijn er een aantal universele klassen schrift (denk aan italic versus normaal schrift), de verschillende scholen voegen hier dus hun eigen inzichten aan toe:
Tensho (zegelschrift): een van de oudste vormen, wordt vooral nog gebruikt voor stempels (de rode inkt aan de zijkant van een kalligrafie). Kenmerkt zich door lange, dunne en ronde lijnen. Karakters zijn niet altijd even goed te herkennen.
Reisho (klerkschrift): oude vorm, vervanger van het zegelschrift. Kenmerkt zich door lange, dunne en rechte, lijnen. Karakters zijn herkenbaar.Kaisho (blokschrift): standaard vorm, zelfde stijl als je op de computer gebruikt. Japans equivalent van blokletters. Karakters zijn heel duidelijk herkenbaar.
Gyousho (semi-cursief): veelgebruikte vorm, Japans equivalent van schoolschrift. Zelfde structuur als het blokschrift, maar vloeiender. Karakters zijn herkenbaar.
Sousho (cursief): artistieke, vrije, vorm, karakters zijn niet altijd even goed te herkennen.
Shodo en Budo
De Kamiza van Aikidojo Poort, in semi-cursief
Shodo heeft een lange gedeelde geschiedenis met Budo. Vroeger waren de Samurai bij uitstek degenen die konden schrijven en zich bezighielden met de administratie in het feodale systeem. Tegenwoordig beperken de verhoudingen zich tot een gedeeld graderingssysteem en de aanwezigheid van een kalligrafie in bijna elke Dojo. De kalligrafie hangt bij de kamiza. De prachtige kalligrafie van Aikidojo Poort is gemaakt door een Shodo beoefenaar, Noda Michiyo, de moeder van een oud-klasgenoot van de hoofdleraar, Maarten.