Een van de belangrijkste programma’s van Aikido Bond Nederland is het Talentontwikkeling Programma. Het programma is speciaal voor de jeugd die meer diepgang en uitdaging wil. De hoofdleraar van Aikidojo Poort, Maarten, is op zijn 5e begonnen met aikido. In die tijd waren er geen speciale programma’s voor de jeugd. Je kwam trainen bij je lokale dojo en ging weer naar huis.
Gelukkig raakte Maarten zijn vader zelf ook geïnspireerd door aikido, waardoor Maarten op 9 jarige leeftijd al door zijn vader meegesleurd werd naar de volwassenles en stages, waar hij vaak met zijn sempai, Chiel, op de mat stond, of anders zelfs als enige kind.
Het is natuurlijk veel leuker om op hoog niveau te kunnen trainen met leeftijdsgenoten. Vandaar dat Aikido Bond Nederland enkele jaren geleden is begonnen met het Talentontwikkeling programma. Het doel van het Talentontwikkeling programma is het verbreden én verdiepen van de aikido vaardigheden van de jeugd. Tevens leert de jeugd een demonstratie geven en omgaan met de stress die daarbij komt kijken. Top leraren van verschillende secties met veel ervaring met het lesgeven aan kinderen verzorgen samen de lessen die worden bijgewoond door jeugd uit het hele land.
Papendal
De lessen vinden (grotendeels) plaats op Papendal, het Nederlands Olympisch Sportcentrum. Dit is goed te bereiken (vanaf Almere een klein uur) en ademt sportiviteit. De Olympische sporters trainen hier ook, dus wie weet kom je wel een keer Dafne Schippers of en andere sportheld tegen! De lessen zijn meestal op zondagochtend. Naast hard werken is er ook tijd voor ontspanning en gezelligheid en je ziet dat de deelnemers binnen de kortste keren nieuwe vrienden maken.
3 groepen
Het programma bestaat uit drie groepen:
TO1 – open voor alle aikidoka vanaf 10 jaar die enthousiast zijn. Ben je 9 en enthousiast? Neem dan contact op met de leraar.
TO2 – open voor alle aikidoka vanaf 13 jaar die een vrije val kunnen maken.
TO3 – selecte groep aikidoka van 16+ die deelnemen op uitnodiging.
Aikidojo Poort is nauw betrokken bij het Talentontwikkeling programma. Hoofdleraar Maarten is een van de 6 docenten van het TO-team, en we hebben deelnemers in alle drie de groepen.
Wil je meer weten over dit ontzettend gave programma? Neem contact op met Maarten, of bekijk de website.
Een van de belangrijkste projecten van Aikido Bond Nederland is de lerarenopleiding. De lerarenopleiding is erkend door de Nederlandse sportkoepel, NOC*NSF. Dankzij deze koppeling aan NOC*NSF maakt de opleiding de vertaalslag van de oosterse krijgskunst traditie naar het westerse sportmodel.
Deze opleiding richt zich op gevorderde aikidoka, die minstens in het bezit zijn van shodan (zwarte band). Tijdens de opleiding leren de aspirant leraren de nodige techniek overstijgende vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan didactiek en Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen. Een ander belangrijk voordeel van de opleiding is dat aikidoka van verschillende “secties” elkaar op neutraal terrein leren kennen en leren samen te werken.
In het verleden was de aikido wereld in Nederland erg gesegregeerd. Aikidoka van verschillende secties (ook wel bonden genoemd) hadden tot voor kort nauwelijks contact met elkaar. Mede dankzij de opleiding zitten zij nu aan een tafel en werken samen.
Foto’s van de examens van de Aikido Lerarenopleiding 2019, waar 4 leraren van Aikidojo Poort meededen:
Aikido Lerarenopleiding op 3 niveau’s
De opleiding wordt gegeven op 3 niveau’s:
Niveau 2 – Gericht op het zelfstandig les kunnen geven aan jeugd en volwassenen
Niveau 3 – Gericht op het leiding geven aan een dojo, en het ontwikkelen van technisch beleid voor kyu-graden.
Niveau 4 – Gericht op het leiding geven aan een groep dojo, bond/sectie, en het ontwikkelen van technisch beleid voor dangraden.
Alle leraren binnen Aikidojo Poort hebben ten minste de opleiding niveau 2 gevolgd. De hoofdleraar, Maarten, heeft niveau 3 gevolgd. Daarnaast geeft hij les tijdens de opleiding niveau 2, en helpt regelmatig als examinator bij de examens van de opleiding.
Binnen de aikido wereld spreekt men vaak over “Hombu” of “Hombu Dojo”, maar wat is dit eigenlijk? Hombu is een veel gebruikt Japans woord, los van Aikido. Daarnaast heeft het een specifieke betekenis voor Aikido, zowel op het gebied van trainen als op het gebied van organisatie.
Het woord Hombu
Hombu bestaat, net als veel Japanse woorden, uit twee karakters: 本, hon, en 部, bu.
本 wordt in allerlei samenstelling gebruikt. Het is lastig om het karakter in 1 vertaling te vatten. Japanners gebruiken het karakter om de wortels van een boom te omschrijven, maar ook de “wortel van kennis” – een boek. Ook minder grijpbare woorden als “echt” bevatten het karakter. De beste, vrije, vertaling is daarmee misschien wel “oorsprong”. 部 is een simpeler karakter, het betekent deel, club of afdeling. De karakters samen betekenen dus zoiets als “de oorspronkelijke afdeling”, en worden gebruikt om een hoofdkwartier mee aan te duiden. De eerste van een keten scholen of winkels, het belangrijkste kantoorgebouw, etc.
Hombu Dojo als trainingslocatie
Toen Ueshiba Morihei zijn kunst ontwikkelde had een hij plek nodig om deze te onderwijzen. Dit werd de Kobukan Dojo in Tokyo. Na de tweede wereldoorlog werd de naam verandert in Hombu Dojo. In eerste instantie was het een simpel houten gebouw, maar in 1967 werd het vervangen door het huidige gebouw met 5 etages.
De 5 etages herbergen niet een maar eigenlijk twee (!) dojo. De grote dojo zit boven, daar worden de standaard lessen gegeven. In de kleine dojo een verdieping lager worden er andere lessen gegeven zoals kinderlessen, beginnerslessen en lessen speciaal voor vrouwen. Daarnaast zijn er natuurlijk kleedruimtes, kantoren en een slaapverblijf voor de uchi-deshi, inwonende studenten.
Bij Hombu betaal je (naast inschrijfgeld) een bedrag per dag of maand. En op die dag, of gedurende die maand, kun je zoveel trainen als je wilt. Met 5 uur les op een dag kom je niet snel tekort. Elke ochtend stroomt Hombu weer vol met mensen die voor hun werk even snel een lesje van Doshu of Dojo-cho meepikken, en ook de rest van de dag is het een komen en gaan van aikidoka. Ook buitenlanders weten hun weg te vinden en komen in steeds grotere getalen trainen. Danwel omdat zij in de omgeving wonen, danwel als bezoeker.
Zie hier een filmpje van Mihály Dobróka, die al een tijd in Tokyo woont en traint, en speciaal toestemming heeft gekregen om een stukje les te filmen (dit is zeer uitzonderlijk!).
Hombu Dojo als zetel van de Aikikai
Naast de Doshu, hoofd van de aikikai en telg uit de Ueshiba familie, zijn er een 30 tal andere grootmeesters die les geven in de Hombu dojo, of bijvoorbeeld op universiteitsclubs in de omgeving. Veel leraren zijn hun carrière begonnen als uchi-deshi. Een groot deel van deze leraren geeft wekelijks les volgens een vast schema, dan wel de reguliere, dan wel de eerder genoemde speciale lessen. Ook zijn er speciale les-series waar je je op in kunt schrijven. Deze les-series lopen voor een aantal weken en bij deelname wordt er van je verwacht dat je er elke keer bij bent.
Qua stijl zijn er veel verschillen te ontdekken tussen de verschillende leraren van Hombu. Toch is er een duidelijk, coherente lijn: de basis. Iedereen is het erover eens wat die basis is, en wanneer je examen doet in Hombu moet je laten zien dat je die basis beheerst. Buiten de examens om doen de verschillende leraren hun eigen ding, en met het gevarieerde rooster van Hombu is er voor iedereen wat te vinden.
Hombu Dojo als administratief centrum
Naast 2 dojo herbergt het Hombu gebouw ook een kantoor, van de Aikikai organisatie. Hier houden ze netjes bij wie wanneer komt trainen, of er betaald is, etc. Maar er wordt ook veel meer geregeld, zoals het onderhouden van contacten met scholen en organisaties binnen en buiten Japan. Voor veel mensen misschien nog wel belangrijker: ze administreren ook alle dan-graden die wereldwijd worden afgegeven.
Wanneer je je shodan (eerste zwarte band) examen doet, betaal je naast je examengeld ook inschrijfgeld. Dit is hetzelfde inschrijfgeld wat je betaald als je bij Hombu gaat trainen (je betaalt maar 1 keer, voor de meeste mensen dus tijdens hun shodan-examen, omdat ze daarna pas naar Hombu gaan). Hombu registreert dus ALLE officiële dan-graden ter wereld. Dit betekent ook dat wanneer je naar Timboektoe verhuist, je zonder problemen daar verder beoordeeld zou moeten kunnen worden voor hogere graden.
Helaas worden er door sommige leraren, zelfs binnen Nederland, ook niet officiele dan-graden uitgereikt. Dit zorgt voor veel verwarring, omdat eisen anders zijn; en teleurstelling als de ontvangers van deze graden wisselen van school. Zij zullen dan namelijk van voor af aan moeten beginnen met het behalen van officiele dan-graden.
Ueshiba Morihei was zonder twijfel een begaafde krijger met een uniek inzicht in de werking van het menselijk lichaam. Maar van een coherent systeem opbouwen om te onderwijzen was nauwelijks sprake. Die taak werd grotendeels door zijn leerlingen en vooral zijn zoon, Ueshiba Kisshomaru, opgenomen. Ieder had andere ideëen en zo ontwikkelden zich verschillende Aikido stijlen.
Lang zocht Ueshiba Morihei (“O’Sensei“) naar een naam voor hetgeen hij onderwees. Na een tijdje Takemusu-Aiki overwogen te hebben, besloot hij uiteindelijk voor Aikido te gaan. Maar met een naam alleen was hij er nog niet, zijn vaardigheden moest hij ook overbrengen. Naar goed Japans gebruik deed hij dit door technieken en oefeningen voor te doen. Zijn leerlingen moesten kopiëren. Als hij iets uitlegde dan was dit vaak dusdanig doorspekt van spiritualiteit en beeldspraak dat ook dit op veel verschillende manieren geïnterpreteerd kon worden. Veel van zijn leerlingen hadden dus ook een geheel eigen, en soms sterk afwijkende, visie van aikido.
Daar komt nog bij dat O’Sensei zijn aikido bleef ontwikkelen. Zo is er een groot verschil tussen het “hardere” en “praktischer” aikido wat hij voor de tweede wereldoorlog onderwees, en het “zachtere” en “sierlijker” van na de oorlog. Leerlingen uit de verschillende periodes van zijn leven hebben soms dus ook een erg verschillend idee van wat O’Sensei bedoelde. Dit heeft gezorgd voor veel afsplitsingen en het ontstaan van verschillende stijlen. Hieronder staan de grootste aikido stijlen omschreven:
Aikikai Aikido
Ook wel Ueshiba aikido genoemd, omdat dit de stroming is die wordt voortgezet door de Ueshiba familie (inmiddels kleinzoon en achterkleinzoon) in de Hombu Dojo. Veruit de grootste stroming qua aantal beoefenaars, waar ook Aikidojo Poort onder valt.
De stroming is erg breed en binnen deze stijl zijn veel subtiele verschillen die je sub-stromingen zou kunnen noemen, maar veel verschillen zullen alleen kenners opvallen. Een belangrijke drijfveer achter het succes van Aikikai Aikido als organisatie en aikido stijl is dat er geen discussie ontstaat over opvolging, het leiderschap wordt van vader op zoon overgedragen binnen de Ueshiba familie. Dit heeft juist wel het afsplitsen van een aantal andere organisaties in de hand gewerkt. De Aikikai vindt haar hoofdkwartier in de Hombu Dojo in Tokyo, Japan.
会, “kai” betekent organisatie of samenkomst. Aikikai betekent dus de organisatie van harmonie en innerlijke kracht.
Yoshinkan
Deze Aikido stijl volgt het voorbeeld van Shoida Gozo, een van de voornaamste voor-oorlogse leerlingen van O’Sensei. Shioda richtte de Yoshinkan organisatie op in de chaotische periode van wederopbouw na de tweede wereldoorlog, wat gebeurde met een goede verstandhouding tot O’Sensei. Officieel is de organisatie nooit afgesplits van de Aikikai en beide organisaties werken nogsteeds samen. Het Yoshinkan aikido is zeer praktisch in uitvoering en wordt daarom ook wel aan de politie onderwezen. Dit staat in schril contrast met de naam die zoiets betekent als “Hal van spirituele ontwikkeling”.
館, “kan” betekent hal, of complex (van gebouwen), 養, “yo” betekent ontwikkeling en 神, “shin” betekent heilig of god. In de Japanse cultuur wordt elke steen en elke boom als “geest” of “ziel” gezien, en dus als “god”. Japanse karakters vertalen is lastig, en vergt soms een wat vrijere interpretatie.
Yoseikan
Deze Aikido stijl volgt het voorbeeld van Mochizuki Minoru, een andere voorname voor-oorlogse leerling van O’Sensei. Mochizuki had de nodige ervaring opgedaan in Judo en andere krijgskunsten toen hij op aanwijzing van de grondlegger van Judo, Kano Jigoro, Aikido ging beoefenen. Mochizuki combineerde zijn brede kennis van de krijgskunsten om een eigen stijl te ontwikkelen, wat in een stroomversnelling kwam na het overlijden van O’Sensei. Dit bewoog Mochizuki om de Yoseikan organisatie op te richten. Opvallende verschillen zijn de naamgeving, die bijna volledig anders zijn dan binnen de andere aikido stijlen, en het curriculum wat is uitgebreid met offerworpen, voetvegen en andere technieken die aan het Judo doen denken.
De naam betekent zoiets als “hal van correcte ontwikkeling”. 正, “sei” in het midden van de naam is dezelfde als in “seiza” – correct zitten. Maar dit karakter kan op vele manieren uitgesproken worden, bijvoorbeeld ook de “sho” in “shomen”.
Takemusu-Aiki
Naast de Hombu Dojo bouwde O’Sensei nog een tweede dojo, in het plaatsje Iwama, ten noord oosten van Tokyo. Toen hij een stapje terug zette in zijn latere leven ging hij steeds meer les geven in Iwama, en steeds minder in Tokyo. Dit verklaart ook de tweede, veel gebruikte, naam van deze stijl “Iwama-Ryu”. 流, “ryu” betekent zoiets als stroming, en is wat de Japanners gebruiken om naar verschillende stijlen binnen een budo-vorm te refereren.
De hoofdleraar in Iwama was Saito Morihiro, die veel nadruk legde op buki-waza, gewapende technieken. Dit kon vele vormen aannemen, zoals suburi (losse slagen), kata (vaste patronen, solitair of in tweetallen uitgevoerd), technieken met een wapen in de hand, maar bovenal technieken om de ander te ontwapenen. Deze ontwikkeling is zeer natuurlijk gegaan en het maakt dat de organisatie pas heel recentelijk is afgesplits. Deze afsplitsing is in gang gezet door de zoon van Saito Morihiro, Saito Hitohiro. Hij heeft overigens zijn eigen dojo opgericht, en de dojo in Iwama wordt nogsteeds vanuit de Aikikai bestuurd.
Takemusu-Aiki is de oorspronkelijke naam die O’Sensei in gedachte had voor aikido. Het is een begrip wat last te vertalen is. 武, “take”, wordt ook wel uitgesroken als “bu”, zoals in “budo”. Het betekent martiaal. 産, “musu” betekent zoiets als baren of voortbrengen. Het idee is dat het martiale op een natuurlijke manier voortgebracht wordt, zonder erbij na te denken.
Ki-Aikido
Ook wel Shin-Shin Toitsu Aikido. Deze Aikido stroming volgt het voorbeeld van Tohei Koichi, een van de leerlingen van Ueshiba Morihei die de ontwikkeling van “ki” wilde benadrukken. Na de oorlog was Tohei lange tijd een van de voornaamste leraren binnen Hombu. Het verschil van inzicht met de andere leraren binnen hombu dojo zorgde echter voor veel wrijving wat maakte dat hij zich afsplitste.
De officiële naam, Shin-Shin Toitsu Aikido, betekent zoiets als “aikido van het verenigde lichaam en geest”. Het is wat dat betreft frappant dat zowel het karakter 心, wat “hart” of “innerlijk” betekent, en 身, wat “lichaam” betekent, allebei als “shin” uitgesproken kunnen worden.
Yuishinkai
Min of meer een afsplitsing van het Ki-Aikido. Opgericht door Maruyama Koretoshi, leerling van zowel Ueshiba Morihei als Tohei Koichi, en lange tijd de rechterhand van de laatste. In de loop der jaren vervreemde hij van het politieke beleid van Ki-Aikido, wat hem bewoog Yuishinkai op te richten.
De naam betekent (zeer) vrij vertaald zoiets als “puur spiritule organisatie”. Het karakter 唯 betekent namelijk zoiets als “alleen”, of “enkel”. In deze context wordt daar dus “puur” mee bedoeld.
Aikidojo Poort
Bij Aikidojo Poort beoefenen we in de eerste plaats Aikikai Aikido. Dit is een zeer brede stroom en biedt nog veel ruimte voor interpretatie. De hoofdleraar, Maarten Heinsius, is leerling van Erik Louw, een van de aikido pioniers in Nederland, en dit heeft een duidelijke stempel gedrukt op de aikido stijl bij Aikidojo Poort.
Ook Maarten zijn achtergrond in de gezondheidszorg, en de bijbehorende kennis van het menselijk lichaam, heeft een grote invloed gehad op ons aikido, en net als andere aikido stijlen staat het niet stil. Maarten gaat geregeld, alleen of met een groep leerlingen, naar stages van uiteenlopende leraren, zowel binnen als buiten de Aikikai stijl.
We vinden het belangrijk dat er een duidelijke, solide, basis is voor beginners om op een prettige en vruchtbare manier aan hun aikido pad te kunnen beginnen. Dit is wat er beoordeeld wordt op examens en wat men in elke geval moet kunnen. Tegelijkertijd willen we niemand limiteren in hun ontwikkeling en valt er van elke stijl en iedereen wat te leren.
Aikido Bond Nederland is een overkoepelende organisatie die verschillende “secties” met elkaar verbindt. Het is het aanspreekpunt voor de overheid, NOC*NSF en internationale organisaties, bijvoorbeeld de Internationale Aikido Federatie.
Een ander belangrijk voordeel is dat een aantal belangrijke projecten, zoals de lerarenopleiding en het talentontwikkelingsprogramma hierdoor op nationaal niveau geregeld kunnen worden. Dit versterkt ook weer de banden op nationaal niveau.
Structuur
Door verschil van inzichten zijn er in de loop der jaren steeds meer losse aikido organisaties (“bonden”) ontstaan, elk met een eigen structuur, cultuur en gradering. Dit maakte het voor mensen van buiten de aikido wereld, zoals NOC*NSF, erg lastig om een aanspreekpunt te vinden. In 2009 is daarom de Aikido Bond Nederland opgericht. Deze bond, die zich zo min mogelijk bezighoudt met Aikido technische zaken als examens, vertegenwoordigt bijna alle aikido organisaties in Nederland op nationaal en internationaal niveau. Alle “bonden” die in de loop der jaren zijn ontstaan zijn vertegenwoordigd in Aikido Bond Nederland als “secties”. Aikidojo Poort is aangesloten bij een van die secties, Aikido Kenshukai Nederland (AKN). Naast de Aikikai secties, zijn er ook secties voor andere Aikido stijlen, klik op de link om daar meer over te lezen.
Activiteiten
ABN draait een aantal belangrijke programma’s die de samenwerking van verschillende aikido scholen binnen en buiten Nederland moet vergroten:
Daarnaast organiseert ABN jaarlijks enkele stages, zoals een stage met vrouwelijke instructeurs, een multi-stijlendag, met vertegenwoordigers van alle secties, een stage rondom internationale vrouwendag, en een stage met Kobayashi-Shihan van de Hombu dojo. Daarnaast heeft ABN bij de oprichting een stage georganiseerd met Ueshiba Moriteru, Aikido Doshu, en voor het 10 jarig jubileum een stage met zijn zoon, Ueshiba Mitsuteru, Dojo-Cho van Hombu dojo in Almere Poort. Aikidojo Poort is bij veel van deze activiteiten aanwezig en helpt mee met de organisatie waar mogelijk.
Er zijn verschillende manieren om te stappen, en elke manier heeft zijn voor en zijn nadelen. De Japanners hebben alle mogelijke manieren van stappen een naam gegeven. Daarbij kun je een onderscheid maken tussen taisabaki, de lichaamversplaatsing, en ashisabaki, de voetverplaatsing.
Hieronder vind je verschillende stappen, de letterlijke vertaling en een korte beschrijving hoe ze uit te voeren. Een deel van de stappen is onderdeel van het examenprogramma en er wordt van je verwacht dat je deze kent, een ander deel is slechts ter informatie.
Irimi – 入体 – binnentredend lichaam
Stap naar voren met het achterste been, tenzij anders aangegeven.
Tenkan – 転換 – keren
Draai van 180 graden op de voorste voet, het achterste been stapt naar de eigen rug toe.
Irimi Tenkan – 体捌転換 – binnentredend lichaam wat omkeert.
Stap naar voren, gevolgd door draai van 180 graden, je eindigt precies tegenover je beginpunt.
Tenkai – 転回 – omkeren
Draai van 180 graden op bal van de voeten, zonder te stappen.
Kaiten – 回転 - omwenteling
Stap naar voren met achterste been, gevolgd door draai op de bal van de voeten.
Sokumen/Isoku – 側面 – zijkant
Voorste voet beweegt opzij, waarna het achterstebeen de oorspronkelijke plaats van het voorste been in neemt en het lichaam een kwartslag draait.
Tenshin – 転身 – omzetten
Als sokumen, maar het lichaam draait slechts 45 graden.
Ashisabaki – 足捌 – voetverplaatsing (informatief):
Suri ashi – 摺足 – schuifstap
De voeten schuiven over de vloer, worden nooit helemaal opgetild. Standaard manier van stappen binnen aikido, te combineren met andere stappen.
Ayumi ashi – 歩足 - wandelpas/wandelen
Een normale wandelstap, het achterste been wordt voor het voorste been geplaatst.
Okuri ashi – 送足 - verzonden been
Het voorste been gaat als eerste naar voren, waarna het achterstebeen bij gehaald wordt, meestal tot een natuurlijke stand.
Tsugi ashi – 継足 – samengebrachte benen
Het achterste been gaat als eerste naar voren, maar blijft achter het voorste been. Dan gaat het voorste been naar voren, meestal tot een natuurlijke stand.
Chidori ashi – 千鳥足 – kieviets stap
Het achterste been schuift voor het voorste been langs, waardoor de benen kruisen.
Tesabaki – 手捌 – handverplaatsing (informatief):
In hetzelfde rijtje wordt ook vaak “tesabaki” genoemd, de handverplaatsing. Deze hebben (gelukkig) geen aparte namen want dit is een eindeloze lijst aan mogelijke bewegingen.
Een tatami is een mat. Van oudsher werd hier altijd een rieten mat mee bedoeld en werden alle vertrekken in Japan ermee gevuld. Alleen de gangen tussen de vertrekken waren van hout. Op deze gangen liep men met slippers (variërend van pantoffels tot een soort teenslippers met houten zool), op de rieten matten altijd met blote voeten. De matten hebben standaard maten van ongeveer 2×1 meter. Bij hoge uitzondering vind je ook matten van 1×1 meter. Deze matten werden ook gebruikt om op te trainen in een dojo.
Tegenwoordig hebben de meeste huizen in Japan een normale vloer, waar men met slippers op loopt. Toch vind je in bijna alle huizen in Japan nog een washitsu (“kamer in de Japanse stijl”), een kamer waar de traditionele rieten tatami liggen. Deze ruimte huist meestal het familie altaar en wordt vaak tevens gebruikt als eetkamer en slaapkamer. Ook op bijvoorbeeld scholen kun je regelmatig zo’n kamer vinden, welke voor bijvoorbeeld plechtigheden gebruikt kan worden. Rechts zie je de washitsu van een middelbare school, zonder altaar.
Leuk feitje: de grootte van een vertrek in Japan wordt nog geregeld uitgedrukt in het aantal tatami wat erin past, ook als dit een kamer is waar een gewone vloer in ligt.
Judomatten
Naast de traditionele rieten matten kennen we tegenwoordig ook o.a. schuimrubber matten, die tevens tatami genoemd worden. In de volksmond worden deze meestal “judomatten” genoemd. Als je deze matten van dichtbij bekijkt zie je vaak nog een patroon in de bovenlaag staan die doet denken aan het patroon van een traditionele rieten tatami. In het westen zijn het eigenlijk altijd deze schuimrubberen “judomatten” waarop getraind wordt, in Japan verschilt dit sterk per locatie. In hombu dojo in Tokyo bijvoorbeeld traint men op een mat van riet bedekt met canvas. In veel (middelbare)school dojo traint men op de modernere schuimrubber variant.
Een dojo is een trainingsruimte waar een krijgskunst beoefend wordt. Het woord bestaat uit twee karakters: 道, dou en 場, jou.
道 betekent “de weg” of “het pad”. Naast straten, wordt het karakter ook gebruikt om krijgskunsten mee te omschrijven: aikido, judo, kendo, en de algemene term krijgskunst: budo (het pad van de krijger). 場 betekent “de plaats” of “de plek”. Het karakter wordt voor veel verschillende woorden gebruikt. Dojo betekent dus letterlijk “plek van de weg”.
Dojo in Japan
In theorie kan elke ruimte als dojo dienen, het gaat erom hoe men met deze ruimte omgaat, en wat men er doet. In Japan hebben veel (middelbare) scholen een speciale ruimte met een houten vloer die als dojo fungeert. Japanse scholieren krijgen dan ook een uur in de week krijgskunst op school, als onderdeel van de lichamelijke opvoeding. Afhankelijk van welke vorm van budo hier onderwezen wordt liggen er matten, of niet. Vaak leren scholieren judo, soms kendo, aikido of karate. In principe worden deze budo lessen gegeven door een speciale leraar die zijn strepen verdient heeft in de betreffende kunst.
Ook veel (boeddhistische) tempels hebben een zaal die als dojo gebruikt wordt, of gebruikt kan worden. Soms wordt er door de monniken getraind, soms wordt de zaal verhuurd aan een vereniging. Een beetje vergelijkbaar met de manier waarop kerken soms gebruikt worden door koren om in te zingen. Een dojo wordt dan ook beschouwd als een heilige ruimte, net als een kerk in het westen.
Een dojo in een tempel bevat van nature vaak een altaar waar een kalligrafie hangt, dit is de kamiza (hoge zetel). In de traditioneel sterk hiërarchische Japanse cultuur was de plaats waar je zat erg belangrijk. Hoe dichter bij de kamiza (en hoe verder bij de deur) hoe eervoller.
Dojo in Nederland
In het westen zijn kant en klare dojo zeer zeldzaam. Er wordt daarom vaak getraind in sporthallen of gymzalen. Het portret van de grondlegger van de desbetreffende krijgskunst dient vaak als kamiza, eventueel aangevuld met een kalligrafie. Dit maakt het wat lastiger om de sfeer van een heilige ruimte te behouden, zeker in het nuchtere Nederland. Helaas is er tot op heden nog geen kerk bekend die haar ruimte vrijwillig heeft afgestaan aan een budo vereniging.
Buigen is DE Japanse uiting van respect. Het is niet voor niets dat deze twee woorden in het Japans homoniemen zijn (een woord met twee betekenissen). Een buiging wordt dan ook in allerhande situaties gebruikt. Bijvoorbeeld om te danken, te groeten, spijt te betuigen, etc. Ook binnen aikido wordt er veel gebogen. Bijvoorbeeld aan het begin en einde van een les, bij het betreden en verlaten van de mat, aan het begin en einde van een oefening, en sommige mensen groeten zelfs elke keer dat zij wisselen van rol (uke-tori).
Er zijn verschillende manieren van buigen, en in het algemeen geldt hoe dieper hoe beleefder. In de traditioneel hiërarchische Japanse samenleving is het gebruikelijk dat de persoon die lager in aanzien staat dieper buigt. Groet altijd met een rechte rug en op zodanige afstand dat een ander je niet meteen op je hoofd kan slaan.
Zittend
Zittend (op je knieën) groet je door je beide handen in een driehoek op de grond te leggen en voorover te buigen. Het netste is om eerst je linkerhand en dan je rechterhand neer te leggen. Zittend groeten wordt vooral gedaan als men reeds zit, bijvoorbeeld aan het begin en einde van de training, of wanneer men in suwariwaza traint.
Afhankelijk van de lokale etiquette kan het zijn dat mensen aan het einde van een oefening gaan zitten om af te groeten. Echter, bij Aikidojo Poort, en veel andere plekken, gebeurt dit normaliter staand.
Staand
Staand groet je door je handen op je bovenbenen te leggen en voorover te buigen. Het netste is om te groeten met je handen aan de buitenkant van je bovenbenen, aan de voorkant mag in veel gevallen ook.
Commando
Een veel gehoord commando in een dojo is “Rei!” (spreek uit “ree”). Dit is een teken dat er gegroet moet worden. Soms wordt er nog gespecificeerd waarheen gegroet moet worden, zoals tijdens examens. De meest voorkomende drie richtingen zijn:
Shomen ni rei – Richting de shomen/kamiza – de plek waar het portret van o’Sensei hangt
Een hakama is een traditioneel Japans kledingstuk. Er zijn twee types: een plooirok die een meer ceremoniële functie heeft, en een plooibroek die geschikt is om paard in te rijden. Deze laatste werd gedragen door de klasse van krijgers, de samurai. Omdat het beoefenen van krijgskunsten bij de samurai klasse hoorde, zijn van oudsher de beoefenaars van alle krijgskunsten deze plooibroeken gaan dragen.
Door de schaarste aan stof tijdens de tweede wereldoorlog is er een periode geweest waarin hakama slecht voorradig waren, en is het gebruik ervan afgenomen. Bij sporten als judo en karate ontdekte men dat het voor hen veel praktischer was om zonder plooibroek te trainen. Bij aikido en veel andere krijgskunsten zijn hakama na de oorlog wel weer in gebruik genomen. Omdat een hakama nog steeds relatief prijzig is, en omdat het de voeten van een leerling slechter zichtbaar maakt, werd besloten om de hakama pas aan te trekken vanaf de eerste dan (zwarte band graad). Op deze manier heeft men lang genoeg om ervoor te sparen, en genoeg tijd om het voetenwerk te corrigeren alvorens de voeten te bedekken.
Het bepalen van de juiste maat doe je het gemakkelijkst door de hakama van een andere aikidoka te passen. Let hierbij goed op de manier waarop je knoopt, er zijn verschillende manieren en iedereen heeft een eigen voorkeur. Vraag je leraar voor tips. Ook de hoogte waarop je je band knoopt is van invloed.
De plooien
Een broek heeft 7 plooien, 2 aan de achterzijde en 5 aan de voorzijde. Deze plooien worden geassocieerd met de 7 deugden uit de Japanse krijgscultuur:
Aan de voorzijde:
Yuki (dapperheid)
Jin (goedhartigheid)
Gi (rechtvaardigheid)
Rei (beleefdheid)
Makoto (oprechtheid)
Aan de achterzijde:
Chugi (loyaliteit)
Meiyo (eer)
Kleur:
Hakama zijn verkrijgbaar in allerhande donkere, en soms felle kleuren. De felle kleuren zijn meestal voorbehouden aan priesters. Bij aikido wordt in principe een donkerblauwe (indigo) of zwarte hakama gedragen. Een hakama wordt door Japanners, net als veel andere gebruiksvoorwerpen, met respect behandeld. Daarom wordt een hakama, net als een pak, altijd netjes opgevouwen.